Kasper Sonne
New Territory
19.07.2014 — 30.08.2014New Territory
Kasper Sonne
New Territory
19.07.2014 — 30.08.2014New Territory
10.08.2014 — Marina Cashdan
Spontaneous Reactions
06.08.2014 — Tubelight, Eline van der Haak read on Tubelight
De zwarte eindigheid en de constructie van iets nieuws
In de eerste ruimte in West in Den Haag hangen twee grote witte doeken, die allebei door middel van vuur zijn bewerkt, waardoor een afgebladderd gat in het canvas is ontstaan waarachter het spieraam te voorschijn komt. Het perfect wit geschilderde doek wordt rigoureus doorbroken, de gedeeltelijke verdwijning ervan zorgt voor een nieuw beeld dat bestaat uit een patroon dat is ontstaan door de sporen van het roet, de vorm van het gat en het zwartgeblakerde houtwerk dat bloot is komen te liggen.
De Deense, maar in New York gevestigde kunstenaar Kasper Sonne heeft de twee werken met de titels Borderline (New Territory nr. 56 & nr. 57) (2014) ter plekke gemaakt voor de tentoonstelling New Territory en dat heeft er misschien aan bijgedragen dat ze perfect in de witte ruimte met de twee massief zwarte schouwen passen. Ook de vulkanische zwarte rotsblokken (Untitled (Vulcan)) (2014) die her en der verspreid op de vloer liggen zorgen voor een krachtig beeld dat in eerste instantie esthetisch totaal in balans lijkt te zijn.
Aan de andere kant wordt de kijker geconfronteerd met een contrasterend beeld, de orde die hier nu heerst is vooraf gegaan door een brand, een vernietigend vuur dat hier ooit heeft gewoekerd. De rotsblokken refereren aan een vulkaan waar een kolkende vuurmassa heeft plaatsgemaakt voor de zwartverkoolde brokstukken die zijn achtergebleven. Het lijkt wel alsof we getuige zijn van een situatie waarin het gevaar inmiddels is geweken en de overblijfselen een bepaalde rust en schoonheid opleveren. De combinatie en samenkomst van de kleuren zwart en wit versterkt het gevoel van contradictie. In de westerse wereld kennen wij deze kleuren allerlei connotatieve waarden toe: het wit vaak staat voor puurheid en reinheid, terwijl zwart juist hoort bij dood en rouw. Wit staat in deze werken dan misschien symbool voor het begin, een startpunt, en zwart juist voor de eindigheid. De toevoeging van het zwart is in feite door een destructieve daad tot stand gekomen voor een constructie van iets nieuws.
Bij het betreden van de tweede ruimte is meteen weer een vulkanisch rotsblok te zien en hierdoor wordt de herinnering aan het werk uit de eerste ruimte verstrekt. Hier zijn drie verschillende video’s te zien, die alle drie op dezelfde hoogte hangen. Ik had hierdoor in eerste instantie het idee dat het om één werk ging, maar de afzonderlijke titels maken duidelijk dat dit niet het geval is. Toch is het onvermijdelijk om de werken niet in enige mate als een geheel te bekijken door de manier waarop zij naast elkaar zijn gepresenteerd. Weer komen de kleuren zwart en wit terug.
In de eerste video The List (2006 -2010) is een zwart beeld te zien waarop in witte letters steeds andere teksten te lezen zijn. Het lijken een soort statements, waarvan steeds het tweede woord in een volgend beeld wordt gebruikt als eerste woord, bijvoorbeeld: ‘egoism is complex’, ‘complexity is simple’, ‘simplicity is timeless’, ‘times are changing’. In de video Bad Chemistry (2014) wordt het woord ‘bad’ achter elkaar opgevold door verschillende woorden, zoals ‘bad brains’, ‘bad education’, ‘bad habits’, ‘bad times’, ‘bad dog’, enzovoort. Te midden van deze twee tekstvideo’s wordt in een loop de video Total Revolution (2009) getoond. Hierin is in zwart-wit een luchtbel te zien die in een langzaam tempo naar beneden zakt om vervolgens uit elkaar te spatten in allerlei stukjes glas.
Ik vind het vrij lastig om de teksten die elkaar in hoog tempo opvolgen meteen te interpreteren. Ze lijken grote betekennissen bij zich te dragen, maar tegelijk worden ze bijna nietig doordat ze even op je netvlies terecht komen en voor je erover na kan denken staat de volgende tekst al weer in beeld. Daarnaast lijkt het nodig te zijn om een gedachte te vormen over de relatie tussen de teksten die in beide video’s te zien zijn, omdat het niet goed lukt om je maar op één tegelijk te concentreren.
De middelste video is wat mij betreft op te vatten als de verbindende schakel tussen de werken. De heldere bel kan ook wel opgevat worden als een soort wereldbol van zuiverheid en vol van betekenis. Uiteindelijk blijkt hij van glas te zijn en stort hij op een bijna gewelddadige manier in duizenden stukjes uit elkaar. Op eenzelfde manier lijken alle woorden die voorbij komen op een luchtbel die ieder moment uit elkaar kan spatten en hiermee krijgen de woorden een bepaalde leegheid en betekenisloosheid. Daarmee zorgt de kunstenaar ook hier ervoor dat deconstructie juist kan zorgen voor een nieuwe realiteit met een opnieuw geschapen betekenis.
De Deense, maar in New York gevestigde kunstenaar Kasper Sonne heeft de twee werken met de titels Borderline (New Territory nr. 56 & nr. 57) (2014) ter plekke gemaakt voor de tentoonstelling New Territory en dat heeft er misschien aan bijgedragen dat ze perfect in de witte ruimte met de twee massief zwarte schouwen passen. Ook de vulkanische zwarte rotsblokken (Untitled (Vulcan)) (2014) die her en der verspreid op de vloer liggen zorgen voor een krachtig beeld dat in eerste instantie esthetisch totaal in balans lijkt te zijn.
Aan de andere kant wordt de kijker geconfronteerd met een contrasterend beeld, de orde die hier nu heerst is vooraf gegaan door een brand, een vernietigend vuur dat hier ooit heeft gewoekerd. De rotsblokken refereren aan een vulkaan waar een kolkende vuurmassa heeft plaatsgemaakt voor de zwartverkoolde brokstukken die zijn achtergebleven. Het lijkt wel alsof we getuige zijn van een situatie waarin het gevaar inmiddels is geweken en de overblijfselen een bepaalde rust en schoonheid opleveren. De combinatie en samenkomst van de kleuren zwart en wit versterkt het gevoel van contradictie. In de westerse wereld kennen wij deze kleuren allerlei connotatieve waarden toe: het wit vaak staat voor puurheid en reinheid, terwijl zwart juist hoort bij dood en rouw. Wit staat in deze werken dan misschien symbool voor het begin, een startpunt, en zwart juist voor de eindigheid. De toevoeging van het zwart is in feite door een destructieve daad tot stand gekomen voor een constructie van iets nieuws.
Bij het betreden van de tweede ruimte is meteen weer een vulkanisch rotsblok te zien en hierdoor wordt de herinnering aan het werk uit de eerste ruimte verstrekt. Hier zijn drie verschillende video’s te zien, die alle drie op dezelfde hoogte hangen. Ik had hierdoor in eerste instantie het idee dat het om één werk ging, maar de afzonderlijke titels maken duidelijk dat dit niet het geval is. Toch is het onvermijdelijk om de werken niet in enige mate als een geheel te bekijken door de manier waarop zij naast elkaar zijn gepresenteerd. Weer komen de kleuren zwart en wit terug.
In de eerste video The List (2006 -2010) is een zwart beeld te zien waarop in witte letters steeds andere teksten te lezen zijn. Het lijken een soort statements, waarvan steeds het tweede woord in een volgend beeld wordt gebruikt als eerste woord, bijvoorbeeld: ‘egoism is complex’, ‘complexity is simple’, ‘simplicity is timeless’, ‘times are changing’. In de video Bad Chemistry (2014) wordt het woord ‘bad’ achter elkaar opgevold door verschillende woorden, zoals ‘bad brains’, ‘bad education’, ‘bad habits’, ‘bad times’, ‘bad dog’, enzovoort. Te midden van deze twee tekstvideo’s wordt in een loop de video Total Revolution (2009) getoond. Hierin is in zwart-wit een luchtbel te zien die in een langzaam tempo naar beneden zakt om vervolgens uit elkaar te spatten in allerlei stukjes glas.
Ik vind het vrij lastig om de teksten die elkaar in hoog tempo opvolgen meteen te interpreteren. Ze lijken grote betekennissen bij zich te dragen, maar tegelijk worden ze bijna nietig doordat ze even op je netvlies terecht komen en voor je erover na kan denken staat de volgende tekst al weer in beeld. Daarnaast lijkt het nodig te zijn om een gedachte te vormen over de relatie tussen de teksten die in beide video’s te zien zijn, omdat het niet goed lukt om je maar op één tegelijk te concentreren.
De middelste video is wat mij betreft op te vatten als de verbindende schakel tussen de werken. De heldere bel kan ook wel opgevat worden als een soort wereldbol van zuiverheid en vol van betekenis. Uiteindelijk blijkt hij van glas te zijn en stort hij op een bijna gewelddadige manier in duizenden stukjes uit elkaar. Op eenzelfde manier lijken alle woorden die voorbij komen op een luchtbel die ieder moment uit elkaar kan spatten en hiermee krijgen de woorden een bepaalde leegheid en betekenisloosheid. Daarmee zorgt de kunstenaar ook hier ervoor dat deconstructie juist kan zorgen voor een nieuwe realiteit met een opnieuw geschapen betekenis.
New Territory is de naam van de expositie in West van de Deense, in New York wonende, Kasper Sonne. Deze titel is exemplarisch voor de artistieke intenties van deze kunstenaar: hij probeert het onontgonnen terrein te exploreren dat zich bevindt op het gebied tussen bekende artistieke posities. Tussen constructie en destructie, tussen natuur en techniek en tussen conventionele en onconventionele woordensequentie. De presentatie van deze ontdekkingstocht vindt plaats in het gebruikelijke serene galeriekader waarin een minimale vervreemding is aangebracht die nauwgezet waarnemen niet belemmert.
Lees verder op Trenbeheer.com
Lees verder op Trenbeheer.com
24.07.2014 — ARTSY, Casey Lesser → read on artsy
Kasper Sonne’s Intoxicating Paintings Take on New Territory at West Den Haag
Imagine you were given the task to create a perfect monochromatic painting. You take pains to apply impeccable, even layers of paint, avoiding the slightest blemish or any indication of the human hand. Then, you are instructed to set fire to it. This technique, an exhilarating dichotomy of creation and destruction, is central to Kasper Sonne’s practice, a complex discourse on the dichotomies that affect the way the world—and art—is viewed and perceived. The resulting visually compelling, vibrant artworks have catapulted the Danish artist onto an international stage, where his name is at the tip of collectors’ tongues, and included in shows from Palais de Tokyo, Paris to The Moving Museum, Dubai. Now, Sonne takes on The Hague, with a new show, “New Territory” at West.
The tension between control and chance that is so strong in the burned paintings, known as Sonne’s “Borderline (New Territory)” series, carries into his “TXC” series, both of which comprise this exhibition, a mix of new and recent works. The “Borderline (New Territory)” works, which have inspired the show’s title, are narratives that transition from vibrant colors to singed edges to empty voids; a lack of control and improvisation is as much a part of these works as the artist’s actions and materials. A conceptually similar process is behind the “TXC” paintings, where a monochromatic canvas is disrupted by toxic chemicals. Rather than the physical deterioration of the canvas, in these works color plays the victim; though that is hardly the case, as the resulting works are spirited fluorescent abstractions that might be best described as intoxicating.
Aside from the tantalizing element of danger, both series are spectacular in the way that they attack notions of perfection. Begun as seamlessly executed paintings, then promptly defaced, these works embrace imperfection, and upend its significance in terms of art. Conceived through black and white terms, clear ideas, and methodical processes, Sonne’s works are finished with the viewer. A believer in the subjectivity of art, he leaves interpretations up to his audience, a brave decision, though ultimately beneficial in his case, where art strikes a balance, encapsulating both the purity of creation and the thrill of destruction.
Casey Lesser
The tension between control and chance that is so strong in the burned paintings, known as Sonne’s “Borderline (New Territory)” series, carries into his “TXC” series, both of which comprise this exhibition, a mix of new and recent works. The “Borderline (New Territory)” works, which have inspired the show’s title, are narratives that transition from vibrant colors to singed edges to empty voids; a lack of control and improvisation is as much a part of these works as the artist’s actions and materials. A conceptually similar process is behind the “TXC” paintings, where a monochromatic canvas is disrupted by toxic chemicals. Rather than the physical deterioration of the canvas, in these works color plays the victim; though that is hardly the case, as the resulting works are spirited fluorescent abstractions that might be best described as intoxicating.
Aside from the tantalizing element of danger, both series are spectacular in the way that they attack notions of perfection. Begun as seamlessly executed paintings, then promptly defaced, these works embrace imperfection, and upend its significance in terms of art. Conceived through black and white terms, clear ideas, and methodical processes, Sonne’s works are finished with the viewer. A believer in the subjectivity of art, he leaves interpretations up to his audience, a brave decision, though ultimately beneficial in his case, where art strikes a balance, encapsulating both the purity of creation and the thrill of destruction.
Casey Lesser
24.07.2014 — ARTSY (Marina Cashdan) → read on artsy
Up and Coming: How Kasper Sonne is Setting the Art World on Fire
For an artist who titled his recent exhibition “Zero Emotional Content,” Kasper Sonne’s Greenpoint studio is surprisingly soulful. Located on the third floor of a former factory building now brimming with artist studios, windows overlooking a truck yard with Manhattan’s cityscape peeking out from behind, this is the location where Sonne’s “magic” occurs, as he quips upon arrival. Finished paintings hang on the wall, and works in progress are speckled throughout the studio—canvases with gaping holes burnt in them, large red rocks culled from Colorado. A pair of windows separate the main space from the artist’s office, which contains a bookshelf and a sparse desk that holds a few succulents, bottles of acid rain (his artwork Untitled (Acid Rain)), samples of volcanic rock, a Macbook, and a book of artist and activist Gustav Metzger’s writing and work. On this hot summer afternoon, light pours through the windows into the studio where Sonne’s tools are neatly tucked along a work table against the wall, and the station for his chemical paintings are methodically set up.
If you’re part of the art fair circuit or you’re on the pulse of the emerging artist scene, you likely know his name: the 39-year-old Dane had his breakout show at dealer Kathy Grayson’s gallery-meets-incubator The Hole in 2013, only his second solo show in New York. Since, the artist has mounted almost half a dozen more solo shows, including at Milan’s Brand New Gallery, Galerie Olivier Robert in Paris, and most recently at West gallery in the Netherlands (on view through August 30th); most of the shows have sold out before opening to the public. London-based art collector Simon Franks—who makes up one-half the of the Franks-Suss collection in London with friend and fellow collector Robert Suss—accredits this to Sonne’s authenticity as an artist. “It’s very important [for us] to understand their motives, their outlook; we ask ‘do they feel like a real artist?’,” explains Franks who counts two of Sonne’s two-dimensional works within a collection of nearly 1,000, which includes pieces by Rashid Johnson, Zeng Fanzhi, Diana Al-Hadid, Yang Fudong, and Lynette Yiadom-Boakye, amongst many others. It was a year ago that he and Suss caught wind of the artist through one of their curators. “We rarely buy art without knowing the artist personally, knowing their story. … There are a lot of talented artists out there but for someone to be a career-long artist, that takes someone quite special.”
There’s no doubt Sonne is on the path to being a career artist. His work beautifully, often cleverly, plays with the tension of dichotomies such as imperfection and perfection, chance and control, creation and destruction, empathy and apathy, rigidity and fluidity. “What I’m trying to do in my work is take things that we know and then I’ll twist it a little bit. I’ll do something to it, I’ll present it with its opposite, and I’ll merge those two oppositions into one image so that it’s not about the one or the other, but it’s actually the conflict between the two,” explains Sonne. “It’s that space between the these two certainties that I’m interested in, and letting the viewer define that meaning for themselves.” His materials are dictated by idea and experimentation, resulting in a breadth of medium that includes video, sculpture, installation, painting—frequently shown together, such as in his current show at West. For his series of burnt paintings, titled “Borderline (New Territory),” Sonne applies layers of house paint to thick canvas with a roller to create a smooth, monochrome surface devoid of any brushwork; he then takes the canvas outdoors and ignites it. “I do the opposite [of controlled], by setting it on fire and either letting it burn outside in the wind, or I’ll carry around the [flaming] canvas without me being in control of it” he says. The warm color palette and bubbled canvases of his newer burnt works evoke Yves Klein’s 1960s fire paintings. In Sonne’s series “TXC paintings,” also known as his chemical paintings, he pours toxic solvents over the painted canvas, watching the chemical reaction change the layers of blueish and purplish pigments on each pour. Sonne’s sculptures and video works create this same tension—porous rocks swathed in paint, testing its validity as a natural material; pristine glass jars filled with yellowish acid rain, forcing the viewer to reconsider the purity of raindrops; a chain-link curtain that divides a room as both an intimidating and inviting obstruction; and video works that play with language in ways that make it at once meaningful and meaningless.
With works on view throughout the United States—including in group shows at New York’s Sean Kelly Gallery and in Salt Lake City at the Utah Museum of Contemporary Art—and Europe, as well as forthcoming shows in East Hampton, Berlin, and Chicago, Sonne’s name will only continue to roll off the tongues of curators, collectors (fighting for one of his beautifully burnt paintings), and dealers (many who are vying for his representation). So if you haven’t heard of him yet, take note.
Marina Cashdan
If you’re part of the art fair circuit or you’re on the pulse of the emerging artist scene, you likely know his name: the 39-year-old Dane had his breakout show at dealer Kathy Grayson’s gallery-meets-incubator The Hole in 2013, only his second solo show in New York. Since, the artist has mounted almost half a dozen more solo shows, including at Milan’s Brand New Gallery, Galerie Olivier Robert in Paris, and most recently at West gallery in the Netherlands (on view through August 30th); most of the shows have sold out before opening to the public. London-based art collector Simon Franks—who makes up one-half the of the Franks-Suss collection in London with friend and fellow collector Robert Suss—accredits this to Sonne’s authenticity as an artist. “It’s very important [for us] to understand their motives, their outlook; we ask ‘do they feel like a real artist?’,” explains Franks who counts two of Sonne’s two-dimensional works within a collection of nearly 1,000, which includes pieces by Rashid Johnson, Zeng Fanzhi, Diana Al-Hadid, Yang Fudong, and Lynette Yiadom-Boakye, amongst many others. It was a year ago that he and Suss caught wind of the artist through one of their curators. “We rarely buy art without knowing the artist personally, knowing their story. … There are a lot of talented artists out there but for someone to be a career-long artist, that takes someone quite special.”
There’s no doubt Sonne is on the path to being a career artist. His work beautifully, often cleverly, plays with the tension of dichotomies such as imperfection and perfection, chance and control, creation and destruction, empathy and apathy, rigidity and fluidity. “What I’m trying to do in my work is take things that we know and then I’ll twist it a little bit. I’ll do something to it, I’ll present it with its opposite, and I’ll merge those two oppositions into one image so that it’s not about the one or the other, but it’s actually the conflict between the two,” explains Sonne. “It’s that space between the these two certainties that I’m interested in, and letting the viewer define that meaning for themselves.” His materials are dictated by idea and experimentation, resulting in a breadth of medium that includes video, sculpture, installation, painting—frequently shown together, such as in his current show at West. For his series of burnt paintings, titled “Borderline (New Territory),” Sonne applies layers of house paint to thick canvas with a roller to create a smooth, monochrome surface devoid of any brushwork; he then takes the canvas outdoors and ignites it. “I do the opposite [of controlled], by setting it on fire and either letting it burn outside in the wind, or I’ll carry around the [flaming] canvas without me being in control of it” he says. The warm color palette and bubbled canvases of his newer burnt works evoke Yves Klein’s 1960s fire paintings. In Sonne’s series “TXC paintings,” also known as his chemical paintings, he pours toxic solvents over the painted canvas, watching the chemical reaction change the layers of blueish and purplish pigments on each pour. Sonne’s sculptures and video works create this same tension—porous rocks swathed in paint, testing its validity as a natural material; pristine glass jars filled with yellowish acid rain, forcing the viewer to reconsider the purity of raindrops; a chain-link curtain that divides a room as both an intimidating and inviting obstruction; and video works that play with language in ways that make it at once meaningful and meaningless.
With works on view throughout the United States—including in group shows at New York’s Sean Kelly Gallery and in Salt Lake City at the Utah Museum of Contemporary Art—and Europe, as well as forthcoming shows in East Hampton, Berlin, and Chicago, Sonne’s name will only continue to roll off the tongues of curators, collectors (fighting for one of his beautifully burnt paintings), and dealers (many who are vying for his representation). So if you haven’t heard of him yet, take note.
Marina Cashdan
West opende vandaag de tentoonstelling New Territory van Kasper Sonne, een Deense kunstenaar die in New York woont en al een fraai CV heeft opgebouwd. Bij West toont hij onder de titel “New Territory” monochrome schilderijen die met een brander bewerkt zijn: er zitten gaten in met geblakerde randen. Is het nieuw verworven territorium de ruimte achter het schilderij zoals Fontana het beoogde met zijn ingrepen, een uitbreiding van het instrumentarium van de kunstenaar of een poging tot totale opheffing van het schilderij? Op de vloer liggen naamloze sculpturen met de “subtitel” Vulcan: stukken vulkanisch gesteente die zwart geverft zijn en zo een verband lijken te hebben met de schilderijen. Het blijkt echter een apart werk te zijn dat meer met de tentoonstelling als geheel van doen heeft dan met de doeken an sich. In de tentoonstelling wordt de kijkrichting en de route er doorheen bepaald door de sculpturen die in de ruimte verspreid liggen. Het geheel oogt wel wat apocalyptisch zo.
Naast dit werk laat Sonne twee video’s zien: een installatie genaamd “Bad Chemistry” en een video met een stofzuiger die een wit wollen kleed bewerkt. De laatste is een detail uit een reclamefilm, tijdens het zuigen wordt ook iets ingespoten en het is onduidelijk of vuil wordt weggezogen of wit wordt aangebracht. Ondanks de minimale gegevens weet de kunstenaar een paar lijnen uit te zetten die de kijker aan het denken zetten.
Naast dit werk laat Sonne twee video’s zien: een installatie genaamd “Bad Chemistry” en een video met een stofzuiger die een wit wollen kleed bewerkt. De laatste is een detail uit een reclamefilm, tijdens het zuigen wordt ook iets ingespoten en het is onduidelijk of vuil wordt weggezogen of wit wordt aangebracht. Ondanks de minimale gegevens weet de kunstenaar een paar lijnen uit te zetten die de kijker aan het denken zetten.