Christoph Girardet & Matthias Müller
Somebody, Nobody, Anyone
10.03.2017 — 18.06.2017Somebody, Nobody, Anyone
Christoph Girardet & Matthias Müller
Somebody, Nobody, Anyone
10.03.2017 — 18.06.2017Somebody, Nobody, Anyone
20.04.2017 — Trendbeheer
Najiba Brakkee
Christoph Girardet & Matthias Müller @ West in Huis Huguetan (Hoge Raad)
Christoph Girardet & Matthias Müller @ West in Huis Huguetan (Hoge Raad)
Tijdens de expositie Somebody, Nobody, Anyone in Huis Huguetan (tijdelijke 2e locatie van West), wordt de eerste Nederlandse solo-expositie van Christoph Girardet en Matthias Müller gepresenteerd. Dit duo zijn voorlopers in het gebruiken van shots en scenes uit andere films om zo nieuw werk te creëren. In vaktermen found footage genoemd. De beelden zijn uit hun oorspronkelijke context gehaald en opnieuw geordend en gerangschikt, waardoor ze een andere functie en een andere betekenis krijgen. De bekende thema’s zoals vervreemding, angst, eenzaamheid en verlies van identiteit zijn uit de diverse werken te herleiden. Er worden gezamenlijke en individuele werken van de kunstenaars gepresenteerd.
Honderdveertig filmfragmenten zijn weloverwogen gekozen en vormen samen de film Personne die voor het eerst te zien is. De film vertelt een mooi verhaal over een man, acteur Jean-Louis Trintignant, die in een identiteitscrisis zit. Hij is altijd in zijn eentje te zien, in zichzelf gekeerd en komt zichzelf tegen in verschillende levensfasen. Van tijd tot tijd verandert hij in een ander. De beelden worden afgewisseld met functionerende apparaten, lege blaadjes, glazen die op de grond uit elkaar spatten en diverse deuren die nergens naar toe leiden. Je zou het kunnen interpreteren als een eenzame periode waarin de leegheid en onvervulde verlangens worden blootgelegd. Eenieder die met zichzelf in de clinch heeft gezeten kan zich hiermee wellicht identificeren. Het effect kan versterkt worden doordat de maatschappij doordesemd is met angst. De persoon symboliseert de zoektocht naar een gelukkigere levensfase: je bent iemand, je voelt je soms niemand, maar je bent met iedereen in verbinding, zonder dat je het door hebt. Je bent nooit alleen, ook al voelt dat soms zo.
In de zaal direct achter de receptie, staan diverse lap-tops met daarop verschillende filmpjes. Sommige zijn gemaakt met materiaal uit het oude filmarchief en sommige zijn weer vrij recent. Het onderstaande beeld doet me in de eerste instantie denken aan een reclame filmpje over cosmetische producten. En in tweede instanties aan de documentaire Beperkt Houdbaar van Sunny Bergman uit 2007.
De documentaire gaat over het schoonheidsideaal waar veel vrouwen aan wensen te voldoen en de ‘beeldvorming van vrouwelijkheid’, zoals de regisseur het zelf noemde. Veel vrouwen, jong en oud, zijn gevoelig voor veranderingen in hun uiterlijk. Ben ik niet te dik? Ben ik wel stak genoeg? En hoeveel vrouwen gillen er bij het idee dat ze rimpels krijgen? Het ideale rimpelloze gezicht wordt op het bovenstaande shot getoond.
In de pixels die op de bovenstaande shot duidelijk zichtbaar zijn herken ik de huidanalyse computer bij de schoonheidsspecialist. Hiermee wordt uitgezocht, nadat de juiste informatie is ingevoerd, welke huidtype je hebt. Om zo aan jou, jouw ideale schoonheidsproduct te kunnen verkopen. Zodat je er zo lang mogelijk jong en strak uit blijft zien. Het benadrukt de angst om ouder te worden en dat het leven vergankelijk is.
Naast de bekende sleutelonderwerpen die belicht zijn in de tentoonstelling is het prettig dat zowel het materiaal van Girardet & Müller, als van degene die het oorspronkelijke materiaal heeft geschoten, de toeschouwer stimuleert om zijn eigen fascinaties en associaties te botvieren. Een luilekkerland, wat wil je nog meer?
West in Huis Huguetan, Lange Voorhout 34, te zien tot en met zondag 18 juni 2017. Open van 12.00u tot en met 18.00u.
Honderdveertig filmfragmenten zijn weloverwogen gekozen en vormen samen de film Personne die voor het eerst te zien is. De film vertelt een mooi verhaal over een man, acteur Jean-Louis Trintignant, die in een identiteitscrisis zit. Hij is altijd in zijn eentje te zien, in zichzelf gekeerd en komt zichzelf tegen in verschillende levensfasen. Van tijd tot tijd verandert hij in een ander. De beelden worden afgewisseld met functionerende apparaten, lege blaadjes, glazen die op de grond uit elkaar spatten en diverse deuren die nergens naar toe leiden. Je zou het kunnen interpreteren als een eenzame periode waarin de leegheid en onvervulde verlangens worden blootgelegd. Eenieder die met zichzelf in de clinch heeft gezeten kan zich hiermee wellicht identificeren. Het effect kan versterkt worden doordat de maatschappij doordesemd is met angst. De persoon symboliseert de zoektocht naar een gelukkigere levensfase: je bent iemand, je voelt je soms niemand, maar je bent met iedereen in verbinding, zonder dat je het door hebt. Je bent nooit alleen, ook al voelt dat soms zo.
In de zaal direct achter de receptie, staan diverse lap-tops met daarop verschillende filmpjes. Sommige zijn gemaakt met materiaal uit het oude filmarchief en sommige zijn weer vrij recent. Het onderstaande beeld doet me in de eerste instantie denken aan een reclame filmpje over cosmetische producten. En in tweede instanties aan de documentaire Beperkt Houdbaar van Sunny Bergman uit 2007.
De documentaire gaat over het schoonheidsideaal waar veel vrouwen aan wensen te voldoen en de ‘beeldvorming van vrouwelijkheid’, zoals de regisseur het zelf noemde. Veel vrouwen, jong en oud, zijn gevoelig voor veranderingen in hun uiterlijk. Ben ik niet te dik? Ben ik wel stak genoeg? En hoeveel vrouwen gillen er bij het idee dat ze rimpels krijgen? Het ideale rimpelloze gezicht wordt op het bovenstaande shot getoond.
In de pixels die op de bovenstaande shot duidelijk zichtbaar zijn herken ik de huidanalyse computer bij de schoonheidsspecialist. Hiermee wordt uitgezocht, nadat de juiste informatie is ingevoerd, welke huidtype je hebt. Om zo aan jou, jouw ideale schoonheidsproduct te kunnen verkopen. Zodat je er zo lang mogelijk jong en strak uit blijft zien. Het benadrukt de angst om ouder te worden en dat het leven vergankelijk is.
Naast de bekende sleutelonderwerpen die belicht zijn in de tentoonstelling is het prettig dat zowel het materiaal van Girardet & Müller, als van degene die het oorspronkelijke materiaal heeft geschoten, de toeschouwer stimuleert om zijn eigen fascinaties en associaties te botvieren. Een luilekkerland, wat wil je nog meer?
West in Huis Huguetan, Lange Voorhout 34, te zien tot en met zondag 18 juni 2017. Open van 12.00u tot en met 18.00u.
Het Duitse kunstenaarsduo Christoph Girardet en Matthias Müller geven oude filmbeelden een nieuwe betekenis. Hun expositie Somebody, Nobody, Anyone toont de mens als dolende ziel in een onbegrijpelijke wereld.
Vervreemding, eenzaamheid, angst en het verlies van identiteit zijn de sleutelwoorden in het werk van Christoph Girardet en Matthias Müller, aan wie in de prachtige oude villa Huis Huguetan aan het Lange Voorhout in Den Haag een overzichtstentoonstelling is gewijd. Van oude filmbeelden (found footage) construeren zij nieuwe films, waarin de beelden een nieuwe betekenis krijgen. Vrolijk bedoelde filmbeelden kunnen aaneengesmeed in een nieuwe context een andere werkelijkheid onthullen. Zoals in het filmpje Meteor is te zien. Ogenschijnlijk bestaat dit uit fragmenten van jongetjes die wegdromen bij tv-beelden van spannende ruimtereizen. Die in hun fantasie ooit als astronaut naar een verre planeet zullen vliegen. Kan het onschuldiger? Maar er schuurt iets in de beelden. De met sciencefictionbeelden doorsneden scènes van jongetjes in slaapkamers stralen geen vrolijke avontuurlijkheid uit, maar eenzaamheid en angst. Die nog eens worden benadrukt door de dreigende muziek. Dit zijn geen jongetjes die de wereld gaan veroveren, maar het liefst onder dekens zouden wegkruipen. Weg uit een angstige wereld. Zoals al het werk van Girardet en Müller zet Meteor de kijker aan het denken. Wat is er met deze jochies aan de hand? Waar komt hun angst vandaan? Groeien ze op in een harteloos milieu? Of voelen ze intuïtief een onberedeneerbare angst voor een vervreemdende, onbegrijpelijk wereld?
De titel Somebody, Nobody, Anyone van de expositie maakt duidelijk waar het de kunstenaars om te doen is: wij zijn wij? Een somebody, een nobody of een anyone? Over wie hebben we het als we het over onszelf hebben? Waarin onderscheiden wij ons van anderen? Hebben wij een uitgesproken individuele identiteit, zoals we zelf graag geloven, of lijken we vanaf een afstandje allemaal op elkaar? Zijn we wezenlijk anders dan de 221 bureaustoelen die in een fotomontage — Girardet en Müller zijn ook fotografen — op de tentoonstelling zijn te zien: allemaal net even anders, maar vooral heel erg hetzelfde? Of zijn we als de krakende langspeelplaat, die bij het afspelen blijft hangen? Eeuwig in dezelfde groef? Een geval van eeuwige herhaling?
Kortom, Girardet en Müller stellen vragen over onze identiteit. Het levert geen geruststellende antwoorden op, maar wel imponerende filmcollages. Zoals het geweldige Personne, dat is samengesteld uit fragmenten uit ruim 140 films waarin Jean-Louis Trintignant is te zien. Geen willekeurige scènes, maar beelden waarin de Franse steracteur altijd in zijn eentje is te zien. Zittend in een kamer, liggend op bed, starend uit een raam: nooit zien we hem met andere mensen. De scènes roepen het beeld op van een eenzame man in een diepe identiteitscrisis. Dat gevoel wordt versterkt doordat de beelden door de tijd springen: fragmenten van een jonge Trintignant worden gevolgd door filmbeelden van de oude acteur. Het resultaat is een beeld van een man, die gevangen zit in een onbegrijpelijke, onkenbare wereld, waaruit hij niet kan ontsnappen. Hij zal zich voelen als de man op René Magrittes schilderij La reproduction interdite die in de spiegel de achterkant van zijn hoofd ziet. Een flits van het schilderij is vast niet toevallig in Personne te zien.
Wie zijn wij? In de wereld van Girardet en Müller is de mens een dolende, eenzame ziel. Met een ongelofelijk kwetsbaar lichaam, zoals te zien is in Cut, een reeks fragmenten uit horrorfilms en medische instructiefilmpjes, waarin lustig in het menselijk lichaam wordt gesneden. Dana Linssen stelt in een bij de tentoonstelling verkrijgbaar essay dat de titel Cut ook een nadrukkelijke verwijzing is naar de montage van films. Hoe onschuldig is aan elkaar plakken van beelden eigenlijk, vraagt ze zich af: 'Kan een film ook bloeden?' Nee, een film kan niet bloeden, maar ons wel met leugenachtige verhaaltjes in slaap sussen of met verontrustende beelden wakker maken. Girardet en Müller houden ons graag wakker.
Vervreemding, eenzaamheid, angst en het verlies van identiteit zijn de sleutelwoorden in het werk van Christoph Girardet en Matthias Müller, aan wie in de prachtige oude villa Huis Huguetan aan het Lange Voorhout in Den Haag een overzichtstentoonstelling is gewijd. Van oude filmbeelden (found footage) construeren zij nieuwe films, waarin de beelden een nieuwe betekenis krijgen. Vrolijk bedoelde filmbeelden kunnen aaneengesmeed in een nieuwe context een andere werkelijkheid onthullen. Zoals in het filmpje Meteor is te zien. Ogenschijnlijk bestaat dit uit fragmenten van jongetjes die wegdromen bij tv-beelden van spannende ruimtereizen. Die in hun fantasie ooit als astronaut naar een verre planeet zullen vliegen. Kan het onschuldiger? Maar er schuurt iets in de beelden. De met sciencefictionbeelden doorsneden scènes van jongetjes in slaapkamers stralen geen vrolijke avontuurlijkheid uit, maar eenzaamheid en angst. Die nog eens worden benadrukt door de dreigende muziek. Dit zijn geen jongetjes die de wereld gaan veroveren, maar het liefst onder dekens zouden wegkruipen. Weg uit een angstige wereld. Zoals al het werk van Girardet en Müller zet Meteor de kijker aan het denken. Wat is er met deze jochies aan de hand? Waar komt hun angst vandaan? Groeien ze op in een harteloos milieu? Of voelen ze intuïtief een onberedeneerbare angst voor een vervreemdende, onbegrijpelijk wereld?
De titel Somebody, Nobody, Anyone van de expositie maakt duidelijk waar het de kunstenaars om te doen is: wij zijn wij? Een somebody, een nobody of een anyone? Over wie hebben we het als we het over onszelf hebben? Waarin onderscheiden wij ons van anderen? Hebben wij een uitgesproken individuele identiteit, zoals we zelf graag geloven, of lijken we vanaf een afstandje allemaal op elkaar? Zijn we wezenlijk anders dan de 221 bureaustoelen die in een fotomontage — Girardet en Müller zijn ook fotografen — op de tentoonstelling zijn te zien: allemaal net even anders, maar vooral heel erg hetzelfde? Of zijn we als de krakende langspeelplaat, die bij het afspelen blijft hangen? Eeuwig in dezelfde groef? Een geval van eeuwige herhaling?
Kortom, Girardet en Müller stellen vragen over onze identiteit. Het levert geen geruststellende antwoorden op, maar wel imponerende filmcollages. Zoals het geweldige Personne, dat is samengesteld uit fragmenten uit ruim 140 films waarin Jean-Louis Trintignant is te zien. Geen willekeurige scènes, maar beelden waarin de Franse steracteur altijd in zijn eentje is te zien. Zittend in een kamer, liggend op bed, starend uit een raam: nooit zien we hem met andere mensen. De scènes roepen het beeld op van een eenzame man in een diepe identiteitscrisis. Dat gevoel wordt versterkt doordat de beelden door de tijd springen: fragmenten van een jonge Trintignant worden gevolgd door filmbeelden van de oude acteur. Het resultaat is een beeld van een man, die gevangen zit in een onbegrijpelijke, onkenbare wereld, waaruit hij niet kan ontsnappen. Hij zal zich voelen als de man op René Magrittes schilderij La reproduction interdite die in de spiegel de achterkant van zijn hoofd ziet. Een flits van het schilderij is vast niet toevallig in Personne te zien.
Wie zijn wij? In de wereld van Girardet en Müller is de mens een dolende, eenzame ziel. Met een ongelofelijk kwetsbaar lichaam, zoals te zien is in Cut, een reeks fragmenten uit horrorfilms en medische instructiefilmpjes, waarin lustig in het menselijk lichaam wordt gesneden. Dana Linssen stelt in een bij de tentoonstelling verkrijgbaar essay dat de titel Cut ook een nadrukkelijke verwijzing is naar de montage van films. Hoe onschuldig is aan elkaar plakken van beelden eigenlijk, vraagt ze zich af: 'Kan een film ook bloeden?' Nee, een film kan niet bloeden, maar ons wel met leugenachtige verhaaltjes in slaap sussen of met verontrustende beelden wakker maken. Girardet en Müller houden ons graag wakker.
Een supercut is een filmpje dat vaak door liefhebbers wordt samengesteld uit bestaande filmbeelden die een gezamenlijk thema hebben of een cliché illustreren. Youtube en Vimeo staan er vol mee. Zo zijn de woorden ‘We’ve got company’ of ‘Let’s go home' in talloze films ten gehore gebracht. Het supercut-fenomeen is ontstaan in een tijd waarin film is verworden tot data. Iets dat je net zoals tekst en muziek op je computer kunt afspelen, opslaan en naar hartenlust kunt bewerken. Die mogelijkheden maken van passieve consumenten, actieve manipulators die zich op een vaak komische manier verzetten tegen de gestandaardiseerde formules die veel eigentijdse vormen van entertainment kenmerken.
Voordat het internet op dit gebied domineerde, werden filmbeelden al toegeëigend voor artistieke doeleinden. In de tentoonstelling You Are Here, die kunstenaars Christoph Girardet en Matthias Müller hebben samengesteld voor West op het Groenewegje, is de prachtige film Take the 5:10 to dreamland (1976) van Bruce Conner te zien. Hij geldt als een pionier van de found footage methode. Voor zijn A Movie uit 1958 was hij wegens beperkte middelen genoodzaakt om beelden te gebruiken uit bestaande films, die hij door montage tot een nieuw geheel wist te smeden. Die werkwijze zie je ook in Take the 5:10 to dreamland waarvoor Conner in obscure filmarchieven dook. Het resultaat is een dromerige in sepiatonen gehulde beeldcollage van regen dat valt op water, een geheimzinnige vrouw in een sporttenue en een wazige raket die de hemel in schiet. Dit alles wordt ondersteunt door een minimale en melancholieke compositie van Patrick Gleeson.
Found footage blijft een ambigue term. Enerzijds zoeken kunstenaars of mensen die een supercut maken naar specifieke motieven en onderwerpen die constant herhaald worden. Anderzijds suggereert de term iets onverwachts, een verrassende openbaring die verscholen ligt in een bepaald beeld dat losstaat van de rest van de film. In het laatste geval bestaat er de kans dat de voorzichtige selectie en de suggestieve montage van de beelden, de waarde van het bronmateriaal overstijgt. Een opvallend shot uit een saaie documentaire over landbouwirrigatie kan door de juiste rangschikking met andere scènes en de toevoeging van een soundtrack, opeens over een magische kwaliteit beschikken.
Het is gepast dat Girardet en Müller een film van Conner hebben uitgekozen. Hun werk past in de lijn die Conner heeft uitgezet en beschikt daarnaast over dezelfde sensuele en mysterieuze spanning. Het oeuvre van het duo staat centraal op de aansluitende expo Somebody Nobody Anyone die is gevestigd in de mooie dependance van West op het Lange Voorhout. Het is een vrij uitgebreide overzichtstentoonstelling die de evolutie van hun gebruik van found footage toont. Om te beginnen zijn er korte films te zien die draaien om herhalende patronen en voorstellingen. In Scratch en 60 seconds richten de kunstenaars zich op objecten. Respectievelijk platenspelers en close-ups van analoge horloges en klokken uit speelfilms.
Bij meerdere werken merk je hun fascinatie voor taxonomie: het ordenen en classificeren van dingen. Zo zijn er onder andere foto’s te zien van een serie vlinders verzameld onder de naam Imagines. Een andere serie met de titel Seascapes bestaat uit verschillende afbeeldingen van een kalme zee, elk voorzien van coördinaten. Daarnaast hebben de kunstenaars in hun werk een nieuwsgierig oog voor verouderde technologie, of dat nu ingewikkelde typemachines zijn of bakelieten telefoons met draaischijven. Ze voegen een extra dimensie van ongrijpbaarheid toe en tonen hoe cinema een manier is om door de tijd te reizen. Gewone objecten uit de jaren 50 en 60 ademen in onze digitale werkelijkheid opeens iets exotisch en vreemds uit. Het voelt bijna fetisjistisch aan, hoe de precieze registratie van de camera zich op deze voorwerpen richt.
Naast korte films en foto’s uit hun beginperiode, zijn er een aantal filminstallaties te zien, die een verborgen narratief laten doorschemeren, voelbaar onder de krachtige stroom van beelden. Zo is er in het werk personne, een man zonder eigenschappen, die steeds terugkomt in scènes die zorgvuldig uit de filmcarrière van de Franse acteur Jean-Louis Trintignant zijn geselecteerd. Met zijn vervreemde blikken, nette voorkomen en verhulde ongemakkelijkheid vormt hij de perfecte pijler voor een film die verder gebruik maakt van alledaagse, maar surrealistische beelden. Het is een onheilspellend geheel, vooral omdat Trintignant voortdurend van een jonge man naar een oude volwassene verandert en daarmee zijn eigen identiteit keer op keer ter discussie stelt. Zijn verschijning wordt op een cruciaal moment ingewisseld voor een net zo ongemakkelijke Gregory Peck; een man verdwaald in moderne en onzekere tijden.
De filminstallatie Cut is zonder meer het meest viscerale werk van de tentoonstelling en niet geschikt voor mensen met een zwakke maag. Door een constante spanning tussen sensuele en vleselijke beelden is het een aanval op de zintuigen. Scènes van druppelende kranen en wind die door de bomen waait worden gecontrasteerd met beelden van een scalpel die door huid snijdt of mieren die over een lichaam kruipen. Het is een beklemmend visueel onderzoek naar de grenzen van het lichamelijke, die de kracht heeft om koude rillingen of kippenvel bij de toeschouwer teweeg te brengen.
Het betoverende werk Meteor handelt zich om dromen uit de kindertijd. Voor dit werk, put het duo uit de rijke geschiedenis van het afbeelden van kinderen in film, waarbij kunstenaar John Smith een verhaal vertelt over een jongetje en zijn rijke fantasiewereld. Dit alles mondt uit in een grootse finale waar scènes van verouderde sciencefiction films een onwerkelijke lading krijgen door de klanken van de opera Suor Angelica van Giacomo Puccini.
Deze bespreking is slechts een greep uit beide tentoonstellingen, die de kracht van found footage als middel om nieuwe verhalen te vertellen of diepere verbanden bloot te leggen, aantoont. Het overzicht laat zien dat Girardet en Müller ijverige voorlopers zijn van de vele found footage manipulaties die vanaf mid-2000 in musea, galeries en het internet opduiken. Opvallend is de ambigue relatie met het werk van de Amerikaanse kunstenaar Christian Marclay. Terwijl het duo de klokken en horloges uit 60 seconds in 2002 presenteerde, kwam Marclay in 2010 met The Clock op de proppen. The Clock, dat in de kunstwereld op veel aandacht kon rekenen, hanteert in feite hetzelfde concept, maar breidt dit uit naar 24 uur, waarbij elke minuut is samengesteld uit beelden van films die de precieze tijd aangeven. Girardet en Müller zijn zelf gelukkig duidelijk over hun inspiratiebronnen, zoals de invloedrijke Conner. Daarmee onderschrijven ze het belang van een techniek die inmiddels gemeengoed is geworden, maar die zelden het niveau haalt van de werken die je op deze twee inspirerende exposities kan ervaren.
Voordat het internet op dit gebied domineerde, werden filmbeelden al toegeëigend voor artistieke doeleinden. In de tentoonstelling You Are Here, die kunstenaars Christoph Girardet en Matthias Müller hebben samengesteld voor West op het Groenewegje, is de prachtige film Take the 5:10 to dreamland (1976) van Bruce Conner te zien. Hij geldt als een pionier van de found footage methode. Voor zijn A Movie uit 1958 was hij wegens beperkte middelen genoodzaakt om beelden te gebruiken uit bestaande films, die hij door montage tot een nieuw geheel wist te smeden. Die werkwijze zie je ook in Take the 5:10 to dreamland waarvoor Conner in obscure filmarchieven dook. Het resultaat is een dromerige in sepiatonen gehulde beeldcollage van regen dat valt op water, een geheimzinnige vrouw in een sporttenue en een wazige raket die de hemel in schiet. Dit alles wordt ondersteunt door een minimale en melancholieke compositie van Patrick Gleeson.
Found footage blijft een ambigue term. Enerzijds zoeken kunstenaars of mensen die een supercut maken naar specifieke motieven en onderwerpen die constant herhaald worden. Anderzijds suggereert de term iets onverwachts, een verrassende openbaring die verscholen ligt in een bepaald beeld dat losstaat van de rest van de film. In het laatste geval bestaat er de kans dat de voorzichtige selectie en de suggestieve montage van de beelden, de waarde van het bronmateriaal overstijgt. Een opvallend shot uit een saaie documentaire over landbouwirrigatie kan door de juiste rangschikking met andere scènes en de toevoeging van een soundtrack, opeens over een magische kwaliteit beschikken.
Het is gepast dat Girardet en Müller een film van Conner hebben uitgekozen. Hun werk past in de lijn die Conner heeft uitgezet en beschikt daarnaast over dezelfde sensuele en mysterieuze spanning. Het oeuvre van het duo staat centraal op de aansluitende expo Somebody Nobody Anyone die is gevestigd in de mooie dependance van West op het Lange Voorhout. Het is een vrij uitgebreide overzichtstentoonstelling die de evolutie van hun gebruik van found footage toont. Om te beginnen zijn er korte films te zien die draaien om herhalende patronen en voorstellingen. In Scratch en 60 seconds richten de kunstenaars zich op objecten. Respectievelijk platenspelers en close-ups van analoge horloges en klokken uit speelfilms.
Bij meerdere werken merk je hun fascinatie voor taxonomie: het ordenen en classificeren van dingen. Zo zijn er onder andere foto’s te zien van een serie vlinders verzameld onder de naam Imagines. Een andere serie met de titel Seascapes bestaat uit verschillende afbeeldingen van een kalme zee, elk voorzien van coördinaten. Daarnaast hebben de kunstenaars in hun werk een nieuwsgierig oog voor verouderde technologie, of dat nu ingewikkelde typemachines zijn of bakelieten telefoons met draaischijven. Ze voegen een extra dimensie van ongrijpbaarheid toe en tonen hoe cinema een manier is om door de tijd te reizen. Gewone objecten uit de jaren 50 en 60 ademen in onze digitale werkelijkheid opeens iets exotisch en vreemds uit. Het voelt bijna fetisjistisch aan, hoe de precieze registratie van de camera zich op deze voorwerpen richt.
Naast korte films en foto’s uit hun beginperiode, zijn er een aantal filminstallaties te zien, die een verborgen narratief laten doorschemeren, voelbaar onder de krachtige stroom van beelden. Zo is er in het werk personne, een man zonder eigenschappen, die steeds terugkomt in scènes die zorgvuldig uit de filmcarrière van de Franse acteur Jean-Louis Trintignant zijn geselecteerd. Met zijn vervreemde blikken, nette voorkomen en verhulde ongemakkelijkheid vormt hij de perfecte pijler voor een film die verder gebruik maakt van alledaagse, maar surrealistische beelden. Het is een onheilspellend geheel, vooral omdat Trintignant voortdurend van een jonge man naar een oude volwassene verandert en daarmee zijn eigen identiteit keer op keer ter discussie stelt. Zijn verschijning wordt op een cruciaal moment ingewisseld voor een net zo ongemakkelijke Gregory Peck; een man verdwaald in moderne en onzekere tijden.
De filminstallatie Cut is zonder meer het meest viscerale werk van de tentoonstelling en niet geschikt voor mensen met een zwakke maag. Door een constante spanning tussen sensuele en vleselijke beelden is het een aanval op de zintuigen. Scènes van druppelende kranen en wind die door de bomen waait worden gecontrasteerd met beelden van een scalpel die door huid snijdt of mieren die over een lichaam kruipen. Het is een beklemmend visueel onderzoek naar de grenzen van het lichamelijke, die de kracht heeft om koude rillingen of kippenvel bij de toeschouwer teweeg te brengen.
Het betoverende werk Meteor handelt zich om dromen uit de kindertijd. Voor dit werk, put het duo uit de rijke geschiedenis van het afbeelden van kinderen in film, waarbij kunstenaar John Smith een verhaal vertelt over een jongetje en zijn rijke fantasiewereld. Dit alles mondt uit in een grootse finale waar scènes van verouderde sciencefiction films een onwerkelijke lading krijgen door de klanken van de opera Suor Angelica van Giacomo Puccini.
Deze bespreking is slechts een greep uit beide tentoonstellingen, die de kracht van found footage als middel om nieuwe verhalen te vertellen of diepere verbanden bloot te leggen, aantoont. Het overzicht laat zien dat Girardet en Müller ijverige voorlopers zijn van de vele found footage manipulaties die vanaf mid-2000 in musea, galeries en het internet opduiken. Opvallend is de ambigue relatie met het werk van de Amerikaanse kunstenaar Christian Marclay. Terwijl het duo de klokken en horloges uit 60 seconds in 2002 presenteerde, kwam Marclay in 2010 met The Clock op de proppen. The Clock, dat in de kunstwereld op veel aandacht kon rekenen, hanteert in feite hetzelfde concept, maar breidt dit uit naar 24 uur, waarbij elke minuut is samengesteld uit beelden van films die de precieze tijd aangeven. Girardet en Müller zijn zelf gelukkig duidelijk over hun inspiratiebronnen, zoals de invloedrijke Conner. Daarmee onderschrijven ze het belang van een techniek die inmiddels gemeengoed is geworden, maar die zelden het niveau haalt van de werken die je op deze twee inspirerende exposities kan ervaren.