Gary Hill
Always Rings Twice
16.02.2018 — 13.05.2018Always Rings Twice
Gary Hill
Always Rings Twice
16.02.2018 — 13.05.2018Always Rings Twice
8.04.2018 — Metropolis M
Nathalie van der Lely
Gary Hill Always Rings Twice - een dubbeltentoonstelling in West
Gary Hill Always Rings Twice - een dubbeltentoonstelling in West
Is Gary Hill nog altijd toonaangevend op het gebied van de mediakunst of is zijn werk ondertussen gedateerd geraakt? Een dubbeltentoonstelling rondom het oeuvre van Gary Hill in West Den Haag lijkt geen eenduidig antwoord op de vraag te geven.
In 2004 kwam de film Eternal Sunshine of the Spotless Mind (geregisseerd door Michel Gondry) uit waarin de twee geliefden Joel en Clementine na een mislukte relatie de herinnering aan elkaar bij een gespecialiseerde dokter proberen uit te wissen. In een non-lineaire vertelling, met dezelfde paardensprongen in beeld en geluid als in een droom, wordt gaandeweg duidelijk hoe complex het opslaan van een ervaring in het brein is. Verschillende zintuigen geven een herinnering meer dynamiek; de geur van haar parfum, de trillingen van zijn zachte stem en de aanraking van een eerste kus. Niet alleen maakt dit filmische hoogstandje de gelaagde impact van een relatie invoelbaar, maar doet het je ook afvragen hoe jij ervaart en herinnert.
Die vraag overviel me weer bij het tweeluik Always Rings Twice, een tentoonstelling van West Den Haag waarin het werk van Gary Hill (1951) centraal staat en die op twee locaties te bezichtigen is. Op hun vaste stek aan Groenewegje en in hun tijdelijke, royale onderkomen aan het Lange Voorhout. De Amerikaanse intermedia kunstenaar Gary Hill geldt als een van de belangrijkste pioniers in de video- en installatiekunst uit de jaren zeventig en tachtig. Hij wordt nog altijd zeer gewaardeerd om zijn bijdragen aan de kunst, getuige de vele ontvangen onderscheidingen en beurzen.
Hill is beroemd geworden vanwege zijn inventieve en esthetisch superieure gebruik van elektronische media. De visuele huzarenstukjes liggen voor het oprapen in Huis Huguetan, het imposante tijdelijke onderkomen van West aan de Lange Voorhout. Het hoogtepunt in dit deel van de tentoonstelling is The Slow Torque of Bonsai (2017), een volledig verduisterde ruimte waarin je als bezoeker ruim een half uur in een droomwereld wordt opgenomen met flarden tekst, lichtschokken en bijna weggewassen geprojecteerde beelden die een verhaal lijken te vertellen, maar op het moment dat je het wil reconstrueren, weer uit je handen glipt. Herinneringen drijven weg, stemmen verstommen, beelden vervagen, maar kunnen met een intens grote kracht terugkomen. In dit werk legde ik de link met het gedicht, ‘Eloisa to Abelard’ (1717), van de Britse schrijver Alexander Pope waarop de titel van de film Eternal Sunshine of the Spotless Mind is gebaseerd. Alexander Pope schreef: “The world forgetting, by the world forgot.”
Ook het werk Cutting Corners Creates More Sites (2012) is indringend. In een 'multi sensorische' installatie probeert de protagonist zijn geheugen te dresseren en het verleden op een altaar te zetten. Echter, hij kan de voorwerpen die hij in zijn handen voelt, nauwelijks meer zien en vindt de woorden niet meer om deze te benoemen. Projecties van out- en in-focusbeelden en het geluid van een mannenstem, die uit meerdere horizontaal geplaatste boxen van een zogenaamde catwalk komt, geven de site-specific ogende projectie een juiste mix van het gelukzalige vergeten en de pijn van het niet willen vergeten. Ook het interieur van het oude paleis, dat in tegenstelling tot andere ruimtes niet volledig verduisterd is, draagt bij aan de dualiteit van een hedendaagse kunstenaar in een oud onderkomen. Hill zet het interieur in om het verleden en het heden te laten interacteren en de vragen te poneren in hoeverre het klassieke uiterlijk van het monumentale pand bewaard kan blijven in deze setting en op welke wijze ons nationale erfgoed enerzijds en zijn contemporaine werk anderzijds elkaar versterken. Verleden en heden, geheugen en brein zijn dynamisch, altijd en overal.
De inrichting van de tentoonstelling is niet overal even gelukkig. Rechts van het monumentale Cutting Corners Creates More Sites vallen de spinachtige handen op in het werk Language Willing (2002). Handen die op een rijk gedecoreerde en kleurrijke ondergrond lijken te worden aangestuurd door een naar verschillende octaven verspringende stem die een tekst van de Australische dichter-componist Chris Mann door de koptelefoon scandeert. Maar door het audiovisuele geweld van Wall Piece (2000) in de kleine achterruimte loopt de dans van de handen en de stem echter volledig spaak. Net zoals in de andere vleugel op precies dezelfde manier een schreeuwende vrouw in Remembering Paralinguay (2000) onnodig afbreuk doet aan het in de voorliggende ruimte geplaatste onheilspellende werk Up Against Down (2008). Up against Down is een werk waarin de performancekunstenaar Hill zich met alle denkbare kracht door een ondefinieerbaar oppervlak wil duwen, wat niet lukt maar in plaats daarvan slaagt hij er wel in met grote projecties van ledematen en een angstaanjagend getrommel de bezoeker in datzelfde oppervlakte succesvol in te metselen. Ik zou aan de grond genageld blijven staan ware het niet dat een vrouw uit het naburige werk er irritant doorheen schreeuwt en me wegjaagt. Wellicht zou een videokunstenaar die interactie toejuichen, maar een totaalkunstenaar als Hill, en de bezoeker met hem, heeft het recht om volledig opgenomen te worden in de dromen die hij zo ogenschijnlijk makkelijk schetst.
Het werk aan het Groenewegje is conceptueler van aard. Hill lijkt hier te willen benadrukken dat hij geen videokunstenaar is, maar een conceptueel kunstenaar die geïnteresseerd is in taal. Hoewel de meeste werken uit 2014 en 2016 dateren, ogen zij niet zo relevant als het werk op de Lange Voorhout. In de Self ( ) series (2016) wordt de bezoeker geregistreerd door middel van kleine camera's, die verborgen zijn in futuristische bollen die doen denken aan de robot Marvin in de boekenreeks Hitchhiker's Guide to the Galaxy van Douglas Adams en aan robot Eve in de Pixar animatiefilm Wall-E. Die beelden worden, wanneer je in het werk door twee lenzen van een microscoop kijkt, direct getoond. En de beelden zijn niet de zwaar gefilterde en gecontroleerde beelden, bijvoorkeur in selfiestand, die je het wereldwijde web in slingert, maar beelden van lichaamsdelen waar je wellicht nooit op let zoals een stukje van je linkerheup of een gedeelte van de nek. Painting with Two Balls (After Jasper Johns) (2016) projecteert op twee trapeziumachtige schermen de bezoeker in de ruimte. Beide werken ogen voor mij gedateerd, omdat zij weinig toevoegen aan wat op dit gebied al jaren geleden door hem en anderen gemaakt is met betrekking tot het zelfbeeld in de mediamaatschappij.
The Psychedelic Gedankenexperiment (2011) is Hill's meest ambitieuze project: hij verklaart het psychoactieve element LSD tot ‘art experience art excellence’. Hij noemt LSD een ‘found performance’, waarmee hij verwijst naar de objets trouvés van de Franse Dada-kunstenaar Marcel Duchamp, avant-garde kunstwerken die niet alleen een schokgolf in de kunst teweegbrachten, maar ook de kunst opnieuw definieerden. Het werk The Psychedelic Gedankenexperiment bestaat uit twee schermen, tegenover elkaar geplaatst, waarop Hill aan de ene zijde een tekst achterstevoren presenteert terwijl hij een groot model van het LSD molecuul aan het reconstrueren is en, aan de andere zijde dezelfde tekst achterstevoren presenteert maar dan weer gecorrigeerd waardoor de bezoeker weliswaar kan verstaan wat hij zegt, maar in een vervreemdende snelheid en intonatie die doen denken aan de Red Room in Twin Peaks, waarin de personages achteruit spreken maar het gesprokene vooruit afgespeeld wordt. Hoewel Hill aangeeft dat dit werk in de loop der tijd als het meest invloedrijke kunstwerk ooit aangemerkt zal worden, wekt het werk niet de gevoelens en gedachtes op die ik bij het meest invloedrijke kunstwerk ooit mag verwachten.
Met de tentoonstelling gewijd aan Hill zet West zijn interesse voort in de geschiedenis van de mediakunst, bezien vanuit het heden. De tentoonstelling van Hill lijkt een retrospectief: het toont de breedte van zijn oeuvre en de ontwikkeling ervan nadat hij in Nederland enigszins uit zicht is geraakt. Hill was een fenomeen en een ijkpunt voor de ontwikkeling op het gebied van de mediakunsten en haar relatie met conceptuele kunst. In het digitale spectrum heeft hij wellicht aan relevantie ingeboet, maar de presentatie in Huis Haguetan laat zien dat hij in de intermedia nog steeds een voortrekkersrol vervult.
In 2004 kwam de film Eternal Sunshine of the Spotless Mind (geregisseerd door Michel Gondry) uit waarin de twee geliefden Joel en Clementine na een mislukte relatie de herinnering aan elkaar bij een gespecialiseerde dokter proberen uit te wissen. In een non-lineaire vertelling, met dezelfde paardensprongen in beeld en geluid als in een droom, wordt gaandeweg duidelijk hoe complex het opslaan van een ervaring in het brein is. Verschillende zintuigen geven een herinnering meer dynamiek; de geur van haar parfum, de trillingen van zijn zachte stem en de aanraking van een eerste kus. Niet alleen maakt dit filmische hoogstandje de gelaagde impact van een relatie invoelbaar, maar doet het je ook afvragen hoe jij ervaart en herinnert.
Die vraag overviel me weer bij het tweeluik Always Rings Twice, een tentoonstelling van West Den Haag waarin het werk van Gary Hill (1951) centraal staat en die op twee locaties te bezichtigen is. Op hun vaste stek aan Groenewegje en in hun tijdelijke, royale onderkomen aan het Lange Voorhout. De Amerikaanse intermedia kunstenaar Gary Hill geldt als een van de belangrijkste pioniers in de video- en installatiekunst uit de jaren zeventig en tachtig. Hij wordt nog altijd zeer gewaardeerd om zijn bijdragen aan de kunst, getuige de vele ontvangen onderscheidingen en beurzen.
Hill is beroemd geworden vanwege zijn inventieve en esthetisch superieure gebruik van elektronische media. De visuele huzarenstukjes liggen voor het oprapen in Huis Huguetan, het imposante tijdelijke onderkomen van West aan de Lange Voorhout. Het hoogtepunt in dit deel van de tentoonstelling is The Slow Torque of Bonsai (2017), een volledig verduisterde ruimte waarin je als bezoeker ruim een half uur in een droomwereld wordt opgenomen met flarden tekst, lichtschokken en bijna weggewassen geprojecteerde beelden die een verhaal lijken te vertellen, maar op het moment dat je het wil reconstrueren, weer uit je handen glipt. Herinneringen drijven weg, stemmen verstommen, beelden vervagen, maar kunnen met een intens grote kracht terugkomen. In dit werk legde ik de link met het gedicht, ‘Eloisa to Abelard’ (1717), van de Britse schrijver Alexander Pope waarop de titel van de film Eternal Sunshine of the Spotless Mind is gebaseerd. Alexander Pope schreef: “The world forgetting, by the world forgot.”
Ook het werk Cutting Corners Creates More Sites (2012) is indringend. In een 'multi sensorische' installatie probeert de protagonist zijn geheugen te dresseren en het verleden op een altaar te zetten. Echter, hij kan de voorwerpen die hij in zijn handen voelt, nauwelijks meer zien en vindt de woorden niet meer om deze te benoemen. Projecties van out- en in-focusbeelden en het geluid van een mannenstem, die uit meerdere horizontaal geplaatste boxen van een zogenaamde catwalk komt, geven de site-specific ogende projectie een juiste mix van het gelukzalige vergeten en de pijn van het niet willen vergeten. Ook het interieur van het oude paleis, dat in tegenstelling tot andere ruimtes niet volledig verduisterd is, draagt bij aan de dualiteit van een hedendaagse kunstenaar in een oud onderkomen. Hill zet het interieur in om het verleden en het heden te laten interacteren en de vragen te poneren in hoeverre het klassieke uiterlijk van het monumentale pand bewaard kan blijven in deze setting en op welke wijze ons nationale erfgoed enerzijds en zijn contemporaine werk anderzijds elkaar versterken. Verleden en heden, geheugen en brein zijn dynamisch, altijd en overal.
De inrichting van de tentoonstelling is niet overal even gelukkig. Rechts van het monumentale Cutting Corners Creates More Sites vallen de spinachtige handen op in het werk Language Willing (2002). Handen die op een rijk gedecoreerde en kleurrijke ondergrond lijken te worden aangestuurd door een naar verschillende octaven verspringende stem die een tekst van de Australische dichter-componist Chris Mann door de koptelefoon scandeert. Maar door het audiovisuele geweld van Wall Piece (2000) in de kleine achterruimte loopt de dans van de handen en de stem echter volledig spaak. Net zoals in de andere vleugel op precies dezelfde manier een schreeuwende vrouw in Remembering Paralinguay (2000) onnodig afbreuk doet aan het in de voorliggende ruimte geplaatste onheilspellende werk Up Against Down (2008). Up against Down is een werk waarin de performancekunstenaar Hill zich met alle denkbare kracht door een ondefinieerbaar oppervlak wil duwen, wat niet lukt maar in plaats daarvan slaagt hij er wel in met grote projecties van ledematen en een angstaanjagend getrommel de bezoeker in datzelfde oppervlakte succesvol in te metselen. Ik zou aan de grond genageld blijven staan ware het niet dat een vrouw uit het naburige werk er irritant doorheen schreeuwt en me wegjaagt. Wellicht zou een videokunstenaar die interactie toejuichen, maar een totaalkunstenaar als Hill, en de bezoeker met hem, heeft het recht om volledig opgenomen te worden in de dromen die hij zo ogenschijnlijk makkelijk schetst.
Het werk aan het Groenewegje is conceptueler van aard. Hill lijkt hier te willen benadrukken dat hij geen videokunstenaar is, maar een conceptueel kunstenaar die geïnteresseerd is in taal. Hoewel de meeste werken uit 2014 en 2016 dateren, ogen zij niet zo relevant als het werk op de Lange Voorhout. In de Self ( ) series (2016) wordt de bezoeker geregistreerd door middel van kleine camera's, die verborgen zijn in futuristische bollen die doen denken aan de robot Marvin in de boekenreeks Hitchhiker's Guide to the Galaxy van Douglas Adams en aan robot Eve in de Pixar animatiefilm Wall-E. Die beelden worden, wanneer je in het werk door twee lenzen van een microscoop kijkt, direct getoond. En de beelden zijn niet de zwaar gefilterde en gecontroleerde beelden, bijvoorkeur in selfiestand, die je het wereldwijde web in slingert, maar beelden van lichaamsdelen waar je wellicht nooit op let zoals een stukje van je linkerheup of een gedeelte van de nek. Painting with Two Balls (After Jasper Johns) (2016) projecteert op twee trapeziumachtige schermen de bezoeker in de ruimte. Beide werken ogen voor mij gedateerd, omdat zij weinig toevoegen aan wat op dit gebied al jaren geleden door hem en anderen gemaakt is met betrekking tot het zelfbeeld in de mediamaatschappij.
The Psychedelic Gedankenexperiment (2011) is Hill's meest ambitieuze project: hij verklaart het psychoactieve element LSD tot ‘art experience art excellence’. Hij noemt LSD een ‘found performance’, waarmee hij verwijst naar de objets trouvés van de Franse Dada-kunstenaar Marcel Duchamp, avant-garde kunstwerken die niet alleen een schokgolf in de kunst teweegbrachten, maar ook de kunst opnieuw definieerden. Het werk The Psychedelic Gedankenexperiment bestaat uit twee schermen, tegenover elkaar geplaatst, waarop Hill aan de ene zijde een tekst achterstevoren presenteert terwijl hij een groot model van het LSD molecuul aan het reconstrueren is en, aan de andere zijde dezelfde tekst achterstevoren presenteert maar dan weer gecorrigeerd waardoor de bezoeker weliswaar kan verstaan wat hij zegt, maar in een vervreemdende snelheid en intonatie die doen denken aan de Red Room in Twin Peaks, waarin de personages achteruit spreken maar het gesprokene vooruit afgespeeld wordt. Hoewel Hill aangeeft dat dit werk in de loop der tijd als het meest invloedrijke kunstwerk ooit aangemerkt zal worden, wekt het werk niet de gevoelens en gedachtes op die ik bij het meest invloedrijke kunstwerk ooit mag verwachten.
Met de tentoonstelling gewijd aan Hill zet West zijn interesse voort in de geschiedenis van de mediakunst, bezien vanuit het heden. De tentoonstelling van Hill lijkt een retrospectief: het toont de breedte van zijn oeuvre en de ontwikkeling ervan nadat hij in Nederland enigszins uit zicht is geraakt. Hill was een fenomeen en een ijkpunt voor de ontwikkeling op het gebied van de mediakunsten en haar relatie met conceptuele kunst. In het digitale spectrum heeft hij wellicht aan relevantie ingeboet, maar de presentatie in Huis Haguetan laat zien dat hij in de intermedia nog steeds een voortrekkersrol vervult.
‘The!’ ‘Terrifying!’ ‘Possibility!’ Na elk woord kwakt een man tegen een muur. Welkom bij het verontrustende universum van Gary Hill, nog tot 13 mei te zien in beide locaties van West Den Haag.
De in Seattle wonende Gary Hill is een video-art-kunstenaar wiens creatieve levenslijn redelijk gelijk op gaat met de iets meer bekende videokunstenaar Bill Viola. Sinds de jaren zeventig is hij al bezig met experimentele video’s.
Rustig aan doen is er nog steeds niet bij. Twee exposities in West (Lange Voorhout en Groenewegje) bieden eigenlijk nog te weinig ruimte om te laten zien waar Hill de laatste tien jaar zoal mee bezig is geweest. Wil je een echt retrospectief maken, dan heb je vermoedelijk een vliegtuighangar nodig.
Deze expositie in West biedt wel een mooie kans om een paar van zijn beroemde werken te ervaren.
Slow-art
Een expositie van Gary Hill is niet iets wat je even in je pauze bezoekt. Het is een vorm van onthaasting. Niets is veilig voor hem, hij haalt alles uit elkaar; taal, beeld, geluid. Als kijker heb je veel tijd nodig om simpelweg te kijken. Iets wat je afleert in de snelle Instagramconsumptiecultuur.
Een test voor je geduld is ook het 24-uurs-interview bij dat Gary Hill hield met Nederlandse kunstkenners tijdens de Art Rotterdam Week. Wie Hill nog niet kent (en 24 uur te besteden heeft) klik dan op play.
Effect van techniek
De techniek die hij bij al zijn werk gebruikt is vernuftig, maar nog groter is het effect van die techniek bij de kijker. Het NRC schreef al in 1993: ‘Het gevolg is dat de beschouwer zich in een droomwereld waant, een wereld met een eigen tijdsverloop en met eigen wetten.’
Dat zie je goed aan The Slow Torque of Bonsai aan het Lange Voorhout. Beelden van mensen, handen en schimmen in een donkere ruimte… en dan – flits! – stroboscoop. Ondertussen teleurstellende mededelingen dat het nergens heen leidt.
I brought you here for reasons I can’t disclose / I’ve worked long hours for this / There is no particular agenda in mind / Nothing here will make or break / Anything
En dat duurt een half uur. Als er ooit een werk depressief aanvoelde, dan was het deze wel.
Grimmig en griezelig
De werken van Gary Hill in Lange Voorhout ogen sowieso een stuk grimmiger en intenser dan die in het Groenewegje. De technische vaardigheid van Gary Hill maakt dat geluid, taal, beeld en beweging allemaal evenveel toevoegen aan die intensiteit.
Remembering Paralinguay heeft bijvoorbeeld veel verwantschap met werk van David Lynch, in wie ik wel een geestverwant van Gary Hill zie (zelf zegt hij: ‘Ik hou wel van zijn freakiness’). Een vrouw komt ongemakkelijk op je af lopen en begint plotseling te schreeuwen. Nee, niet schreeuwen, maar uiten van prehistorische klanken. Roept ze soms in wanhoop naar onze voorouders?
In Wall Piece zit een man (Gary Hill zelf) vast in een gruwelijk (en surrealistisch) moment. Van rustig een kunstwerk kijken naar ongemakkelijk voelen hoe het is om een mens te zijn. Een ingenieuze combinatie van licht, geluid en beweging. Een slimme vondst is de toegevoegde stroboscoop, die een ander ritme heeft (soms iets sneller, soms iets langzamer, soms gelijktijdig). Dat geeft een desoriënterend gevoel.
Am I walking? Sitting in a chair? Killing? Eating? Could it not be any of these things – any and all simultaneously? Where am I? I can’t remember at will.
En Choir Box dan. In een variant van Wall Piece vliegt een camera op de muur af. Een griezelig koor gaat ineens hoger zingen, en als het weer afstand neemt, weer lager. En dat maal drie.
Geen angst aanjagen
Toch is het volgens Gary Hill helemaal niet zijn bedoeling om mensen angst aan te jagen. Het is meer het bij-effect van het avontuurlijk samenvoegen van verschillende onderdelen.
Deze werken komen ook vaak van dichtbij (Hill speelt zelf vaak een rol) en zijn eigen woorden onderstrepen dat: ‘These were made because of feelings, thoughts and sensations that I had as a person.’
Psychedelisch experiment
Geduld moet je ook hebben voor The Psychedelic Gedankenexperiment in het Groenewegje. Een psychedelisch gedachtenexperiment dus, met hoofdrollen voor een 3D-bril, LSD, een opscheppende kunstenaar (Hill zelf) én omgekeerde tijd. De invloed van David Lynch is hier overduidelijk, zie de video op Vimeo.
Een van de moeilijkere werken van Hill. Hoewel, misschien juist erg goed gelukt. Tekst en beeld hebben hier een samenspel, maar ze zijn beide hoofdrolspeler in hun eigen verhaal – alsof ze de ander alleen maar gedogen voor hun eigen plan.
Het lastige is dat je als mens op een samenspel der dingen wilt concentreren. Hier moet je de video eigenlijk twee keer kijken om alleen al te kunnen registreren en nog een derde keer om het geheel te ervaren.
Voor een meer toegankelijk werk kun je terecht bij Painting With Two Balls, achteraan in West. Een ingenieuze en speelse manier van cameragebruik én een verwijzing naar het gelijknamige schilderij van Jasper Johns. Een van de meest interactieve werken – het maakt het kind in je wakker dat zo kon lachen om lachspiegels.
Ander werk in die stijl is de Self-serie, een satirisch werk (de hype van selfies), ook te zien in het Groenewegje.
Een hoofd, een hand en een voet
Het sterkste werk vind ik Up Against Down. We zien een hoofd, een voet, een hand geprojecteerd. Ze bewegen. Er klinken golven in lage frequentie, waarmee een dynamisch effect voelbaar wordt. En dat met het gegil van Remembering Paralinguay op de achtergrond: hoe intens kan intens worden?
Dit is zo’n mooi samenspel met de ruimte dat je hoopt dat dit werk hier altijd zal blijven, wie of wat ook in dit pand zal komen.
Het helpt misschien dat dit tekstloos is. Dat is mijn voornaamste kritiekpunt: die teksten hebben bij hem zo’n autonoom leven, daar is soms moeilijk kaas van te maken. Met poëtische zinnen een verhaal vertellen past bij zijn stijl (hij is ook wel eens een ‘language artist’ gedoopt). Toch is juist dat de reden waarom ik hier en daar moeite had (óók een kwestie van gebrek aan geduld, ik geef het toe) met sommige werken.
De in Seattle wonende Gary Hill is een video-art-kunstenaar wiens creatieve levenslijn redelijk gelijk op gaat met de iets meer bekende videokunstenaar Bill Viola. Sinds de jaren zeventig is hij al bezig met experimentele video’s.
Rustig aan doen is er nog steeds niet bij. Twee exposities in West (Lange Voorhout en Groenewegje) bieden eigenlijk nog te weinig ruimte om te laten zien waar Hill de laatste tien jaar zoal mee bezig is geweest. Wil je een echt retrospectief maken, dan heb je vermoedelijk een vliegtuighangar nodig.
Deze expositie in West biedt wel een mooie kans om een paar van zijn beroemde werken te ervaren.
Slow-art
Een expositie van Gary Hill is niet iets wat je even in je pauze bezoekt. Het is een vorm van onthaasting. Niets is veilig voor hem, hij haalt alles uit elkaar; taal, beeld, geluid. Als kijker heb je veel tijd nodig om simpelweg te kijken. Iets wat je afleert in de snelle Instagramconsumptiecultuur.
Een test voor je geduld is ook het 24-uurs-interview bij dat Gary Hill hield met Nederlandse kunstkenners tijdens de Art Rotterdam Week. Wie Hill nog niet kent (en 24 uur te besteden heeft) klik dan op play.
Effect van techniek
De techniek die hij bij al zijn werk gebruikt is vernuftig, maar nog groter is het effect van die techniek bij de kijker. Het NRC schreef al in 1993: ‘Het gevolg is dat de beschouwer zich in een droomwereld waant, een wereld met een eigen tijdsverloop en met eigen wetten.’
Dat zie je goed aan The Slow Torque of Bonsai aan het Lange Voorhout. Beelden van mensen, handen en schimmen in een donkere ruimte… en dan – flits! – stroboscoop. Ondertussen teleurstellende mededelingen dat het nergens heen leidt.
I brought you here for reasons I can’t disclose / I’ve worked long hours for this / There is no particular agenda in mind / Nothing here will make or break / Anything
En dat duurt een half uur. Als er ooit een werk depressief aanvoelde, dan was het deze wel.
Grimmig en griezelig
De werken van Gary Hill in Lange Voorhout ogen sowieso een stuk grimmiger en intenser dan die in het Groenewegje. De technische vaardigheid van Gary Hill maakt dat geluid, taal, beeld en beweging allemaal evenveel toevoegen aan die intensiteit.
Remembering Paralinguay heeft bijvoorbeeld veel verwantschap met werk van David Lynch, in wie ik wel een geestverwant van Gary Hill zie (zelf zegt hij: ‘Ik hou wel van zijn freakiness’). Een vrouw komt ongemakkelijk op je af lopen en begint plotseling te schreeuwen. Nee, niet schreeuwen, maar uiten van prehistorische klanken. Roept ze soms in wanhoop naar onze voorouders?
In Wall Piece zit een man (Gary Hill zelf) vast in een gruwelijk (en surrealistisch) moment. Van rustig een kunstwerk kijken naar ongemakkelijk voelen hoe het is om een mens te zijn. Een ingenieuze combinatie van licht, geluid en beweging. Een slimme vondst is de toegevoegde stroboscoop, die een ander ritme heeft (soms iets sneller, soms iets langzamer, soms gelijktijdig). Dat geeft een desoriënterend gevoel.
Am I walking? Sitting in a chair? Killing? Eating? Could it not be any of these things – any and all simultaneously? Where am I? I can’t remember at will.
En Choir Box dan. In een variant van Wall Piece vliegt een camera op de muur af. Een griezelig koor gaat ineens hoger zingen, en als het weer afstand neemt, weer lager. En dat maal drie.
Geen angst aanjagen
Toch is het volgens Gary Hill helemaal niet zijn bedoeling om mensen angst aan te jagen. Het is meer het bij-effect van het avontuurlijk samenvoegen van verschillende onderdelen.
Deze werken komen ook vaak van dichtbij (Hill speelt zelf vaak een rol) en zijn eigen woorden onderstrepen dat: ‘These were made because of feelings, thoughts and sensations that I had as a person.’
Psychedelisch experiment
Geduld moet je ook hebben voor The Psychedelic Gedankenexperiment in het Groenewegje. Een psychedelisch gedachtenexperiment dus, met hoofdrollen voor een 3D-bril, LSD, een opscheppende kunstenaar (Hill zelf) én omgekeerde tijd. De invloed van David Lynch is hier overduidelijk, zie de video op Vimeo.
Een van de moeilijkere werken van Hill. Hoewel, misschien juist erg goed gelukt. Tekst en beeld hebben hier een samenspel, maar ze zijn beide hoofdrolspeler in hun eigen verhaal – alsof ze de ander alleen maar gedogen voor hun eigen plan.
Het lastige is dat je als mens op een samenspel der dingen wilt concentreren. Hier moet je de video eigenlijk twee keer kijken om alleen al te kunnen registreren en nog een derde keer om het geheel te ervaren.
Voor een meer toegankelijk werk kun je terecht bij Painting With Two Balls, achteraan in West. Een ingenieuze en speelse manier van cameragebruik én een verwijzing naar het gelijknamige schilderij van Jasper Johns. Een van de meest interactieve werken – het maakt het kind in je wakker dat zo kon lachen om lachspiegels.
Ander werk in die stijl is de Self-serie, een satirisch werk (de hype van selfies), ook te zien in het Groenewegje.
Een hoofd, een hand en een voet
Het sterkste werk vind ik Up Against Down. We zien een hoofd, een voet, een hand geprojecteerd. Ze bewegen. Er klinken golven in lage frequentie, waarmee een dynamisch effect voelbaar wordt. En dat met het gegil van Remembering Paralinguay op de achtergrond: hoe intens kan intens worden?
Dit is zo’n mooi samenspel met de ruimte dat je hoopt dat dit werk hier altijd zal blijven, wie of wat ook in dit pand zal komen.
Het helpt misschien dat dit tekstloos is. Dat is mijn voornaamste kritiekpunt: die teksten hebben bij hem zo’n autonoom leven, daar is soms moeilijk kaas van te maken. Met poëtische zinnen een verhaal vertellen past bij zijn stijl (hij is ook wel eens een ‘language artist’ gedoopt). Toch is juist dat de reden waarom ik hier en daar moeite had (óók een kwestie van gebrek aan geduld, ik geef het toe) met sommige werken.