Matthijs Bosman, Wannes Goetschalckx & Marius Lut
08.05.2009 — 06.06.2009Matthijs Bosman, Wannes Goetschalckx & Marius Lut
08.05.2009 — 06.06.2009Installation view
Persbericht 28.04.2009
Wannes Goetschalckx, Marius Lut & Matthijs Bosman
West met drie man sterk op Art Amsterdam (13 t/m 17 mei 2009) stand 132
(parallel tonen Goetschalckx, Lut en Bosman nieuw werk in de galerie)
Art Amsterdam viert dit jaar zijn 25-jarig jubileum en vroeg alle deelnemende galeries een solo-presentatie te verzorgen om zo de beursgangers een bijna museale ervaring mee te geven. West viert het feestje mee met een dubbelsolo: een nieuwe kunstbeurs-kritische performance-installatie van Wannes Goetschalckx, die met zijn videofilm ‘1 STORY’ op de internationale kunstbeurs, ROMA 09 - The Road to Contemporary Art, afgelopen maand furore maakte en de speciale Premio Giovani Collezionisti 2009 in ontvangst mocht nemen en het ongoing subtiele onderzoeksproject naar vorm en ruimtelijkheid in het ‘platte vlak’ van de jonge schilder Marius Lut. De derde kunstenaar, die vertegenwoordigd wordt door West, Matthijs Bosman, is door kunsttijdschrift Kunstbeeld gevraagd de beursstand van het tijdschrift in te richten.
Solo: Wannes Goetschalckx, Elckerlyc als hamster in een rad
Wannes Goetschalckx (1978) combineert een vorm van letterlijk doortimmerde installatiekunst met zeer fysieke, intieme performances, die - aards en filosofisch tegelijk - de onvoorwaardelijke aandacht van de toeschouwer opeisen. De aanwezigheid van het (eigen) lichaam met zijn beperkingen en mogelijkheden in de wereld temidden van de rest van de ‘natuur’, wordt getoetst en getest met perfect uitgedokterde en uit- en ingebouwde speelruimte waarbinnen de kunstenaar een aan hem zelf opgelegde opdracht in al zijn finesses uitvoert met een bewust ragfijn onzichtbaar lijntje tussen het welslagen en falen van zijn eenmansmissie.
De titels van eerdere werken en projecten van Goetschalckx - 1 KIND, 1 STORY, 1 WAY - benadrukken het belang van de uniciteit van 1 ervaring, 1 onderzoek, 1 lichaam, en zoomen daarmee al kernachtig in op wat de kunstenaar in zijn performance-installaties beweegt. Goetschalckx is overigens niet een kunstenaar die het performance-medium misbruikt voor een semi-ultieme ego-trip of een shocktherapie voor hemzelf of het publiek; hij weet daarentegen juist de essentiële intieme betrokkenheid van de kunstenaar/ uitvoerder/performer naar een ander, filosofisch geaard niveau te verplaatsen zonder het bijzondere van de één-op-één, real-time gedeelde ervaring met het publiek te ontkrachten. Hij sluit de ruis van het dagelijks ego-bewustzijn bij hemzelf en het publiek buiten en boort schijnbaar intuïtief een emotionele oer-aansluiting aan tussen hem en de toeschouwer, die zich laat meevoeren in een Elkerlyc (everyman)-achtige queeste naar wie ben ik, en wat ben ik als mens in de wereld, en in relatie tot de ruimte en natuur om me heen èn waar ben ik op de grens aangeland van mijn eigen lichaamsruimte. Goetschalckx verzinnebeeldt in zijn projecten het individu en het fenomeen mens als species en meet hem de maat, licht-kritisch, nooit cynisch of gemakkelijk provocerend ook al zou zijn fakir-achtige présence met risicovolle en onvoorspelbare lichamelijke – don’t try this at home! – apekooicapriolen op papier wat anders doen vermoeden. Goetschalckx is als kunstenaar een poëet, in de originele klassiek-Griekse betekenis van ‘maker’; hij maakt ruimte in het lichaam en voor het lichaam en legt het praktiserend vast in een optreden. Hij is zeer geïnteresseerd in het theatrale aspect van zijn werk en doorbreekt in zijn performance-voorstellingen binnen het nauwkeurig bemeten decor met bijzondere, zelfgemaakte, doelmatige rekwisieten moeiteloos de vierde wand naar het publiek. Hij maakt in de adembenemende, poëtische krachtmetingen van zijn optredens, de tijdelijke en absolute bewegingsruimte, die hij zoekt, tastbaar en toont het kwetsbare evenwicht van de eigen toegemeten of opgelegde ruimte in relatie tot de ander en het andere dat zich om hem heen sluit als een net ruim genoeg of vaak bijna te nauw kleed.
De mens bepaalt maar al te vaak de ruimte in de wereld voor zijn soortgenoten, maar vooral ook voor andere species zonder zich van enige aanmatigende hoogmoed bewust te (willen) zijn. Goetschalckx is steeds op zoek naar hoeveel ruimte de mens eigenlijk wel niet opeist èn nog aankan. Hoeveel ruimte wil ik als mens, hoeveel ruimte heb ik nodig, en met hoeveel vernuft en aanpassingsvermogen kan het lichaam de ruimte bezweren die te klein lijkt of zich wellicht pas als habitat aan je overgeeft na het afwerken van een door jezelf opgelegd fysiek slopend parcours.
Op Art Amsterdam is de wereld even niet groter dan de kunstwereld en Goetschalckx zoekt ook hier naar een geheel eigen bijna droog-komisch commentaar op cultuur versus natuur; de kunsthandel en zijn waren, de markt en de kunstenaars. Want is de kunstenaar een lastige of onschuldige luis in de pels of het goed afgerichte huisdier dat zijn kunstje doet om het baasje te vermaken, te amuseren? Goetschalckx klimt in de rol van een hamster in zijn rad van avontuur en maakt met extreem fysieke bewegings-beperking het dilemma voor kunstenaar en publiek pijnlijk tastbaar. Bepaalt de maatschappij het keurslijf of meet je jezelf zonder tegenstribbelen een keurslijf aan. Goetschalckx maakt het zichzelf opnieuw niet gemakkelijk door zich te bevrijden van het voorge-schreven kunstbeurs-keurslijf en op zijn eigen voorwaarden een geheel nieuw keurslijf te maken en deze voorbeeldig voor ons, het publiek, uit te testen.
Solo: Marius Lut, minimale verschuivingen maximale intensiteit
Marius Lut (1976), nog tot eind van het jaar resident aan de Rijksakademie van beeldende kunsten Amsterdam, stelt stelselmatig kijkmechanismen op de proef in zijn intense onderzoek naar de mogelijkheden van instabiliteit, imperfecties, subtiele ingrepen en beperkingen in geometrische wetmatigheden en tastbare ruimtelijkheid van het platte vlak. Streng in zijn trouw aan het dwingende weerbarstige kader van het platte vlak dwingt Lut zichzelf mogelijk nog braak liggende of terloops aangesneden niches - ook na de vele explosieve experimenten en kunststromingen uit het recente verleden - tevoorschijn te toveren. De gedreven en scherpzinnige kunstenaar laat zich inspireren door niet aflatende vragen en hypotheses over de reikwijdte en grenzen van zintuiglijke perceptiekaders voor vorm en bewuste & onbewuste ruimtebeleving van schilderkunst. Lut verkent de ervaring van ruimtelijke interventies tussen kijker en het doek altijd weer vanuit de premissen van het platte vlak en probeert het beperkende maar ook uitgebreide en dwingende perceptiekader op te rekken en te intensiveren. Zijn werk weerspiegelt een continu visueel voortschrijdend denkproces over de betekenis van vorm, tactiliteit (huid), ruimtelijkheid en kleur (lichtkadrering) om het opnieuw kijken, zien, waarnemen, analyseren en interpreteren bij de kijker èn zichzelf af te dwingen. Lut zoekt naar de pure essentie en de maximale impact van minieme verschuivingen in de speelruimte van het platte vlak en de omgevingsruimte. Kleur heeft vooral een vormafbakenende rol in het werk, en wordt dan ook ingezet ter versterking van een statement of voorstel over de ruimtelijke hypothese oftewel de voorgestelde tijdelijke stand van zaken van het onderzoek in het ‘schilderij’. De menselijke maat dient als vertrekpunt voor het spelen met afmetingen en het ontregelen van het ruimtelijke kijk-proces. Ook de vorm speelt met wat bekend lijkt - een universeel signaal, logo of symbool - maar toch geen eenduidige duidelijkheid verschaft over de precieze herkomst of betekenis. De vaak bewust aanwezige contrasterende restvorm van het doek is een belangrijk vorm-element en aanjager voor het seriële werkproces; uit de restvormen ontstaan weer nieuwe vormen en beeldvoorstellen mede gestuurd door specifieke en beperkende eigenschappen van het gebruikte materiaal (kleurgebonden tape, zacht pvc, verf) of de verschillende dragers: canvas, paneel, lijst zonder doek. Lut maakt, met zijn weldoordachte variaties op ingesleten kijkpatronen en kijksjablonen van het platte vlak, door toegevoegde minieme imperfecties en visueel instabiele verschuivingen, seriële, lichtjes ontregelende denkramen voor meditatie en contemplatie over vormentaal en ruimtelijkheid.
Coverstory: Matthijs Bosman
De opdracht van Kunstbeeld om hun beursstand voor Art Amsterdam te maken, inspireerde Matthijs Bosman (1976) tot het kunstproject, Coverstory. Een kolfje naar zijn hand, want Bosman kan in de mogelijkheden die dit podium hem biedt veel van zijn literaire (media)fascinaties en narratieve aspiraties als conceptueel kunstenaar concreet maken in een gelaagd ironisch media-project. Bosman experimenteerde zeer recent al uitgebreid met het fenomeen multi-disciplinaire Onemanshow in het project Circus Parspro-toto in het Stedelijk Museum ’s-Hertogenbosch, waar hij ‘dompteur’ werd van verhalen. In Coverstory zet Bosman deze lijn van auteur/actor in eigen voorstelling voort door vanuit hetzelfde leidende uitgangspunt het publiek te confronteren met het kijken naar kunst en de betekenis ervan maar vooral ook de (al dan niet dominante en manipulatieve) rol van de kunstenaar, die zich bij Bosman opstelt afwisselend als amuserend verteller, kunstenmaker, maar ook als kunstfilosoof en ‘gedachtenverschaffer’, te onderzoeken. Op Art Amsterdam wordt zijn podium een grootsteedse Kunstbeeld infokiosk, waarin de promotie van het blad plaatsvindt.
De kiosk bootst een straatlocatie na met straattegels en een Kunstbeeldreclame-zuil van 3 meter hoog. Bosman manipuleert ook de tijdschriften en kranten in de kiosk, inbrekend met een foto of citaat van of over zichzelf, zich zo van over-the-top media-aandacht voorziend als een nieuwe Nederlandse Warhol, aanwezig op Frieze, PM, Elegance, Le Monde, Time Magazine, en wat al niet meer. Voor de fake-covers bedient Bosman zich van de typische paparazzi-stijl om tekst en beeld te manipuleren en naar zijn hand te zetten. Kunstmedia, tijdschrift als kunstwerk, kunstproject, kunst-opdracht en kunstenaar vloeien volledig in elkaar over.
De covers vormen tezamen één verhaal; of van een megalomane persoonlijkheid in ons mediageile tijdperk of juist van een kwetsbare verteller, die zijn eigen rol als kunstenaar onder de loep neemt en op de hak neemt. Bosman confronteert zichzelf en het publiek met een ongemakkelijk gevoel (spiegel-effect) van plaatsvervangende schaamte, kunstpolitieke correctheid of met een licht-agressieve weerstand tegen zoveel persoonlijke over-exposure. Coverstory is een interessante voortzetting van de cross-over aanpak van disciplines die Bosman in al zijn werk nastreeft; sculptuur, conceptuele installaties en projecten, architectuur, media & reclame, lectuur & literatuur worden op gelijke voet met elkaar vermengd of uitvergroot al naar gelang het project voorhanden daar om vraagt. Bosman verkent in zijn werk zijn grenzen als kunstenaar & privé-persoon en van de disciplines die hij daarbij betrekt. Met als voorlopig hoogtepunt; Coverstory Bosman op Art Amsterdam Mis Het Niet!
Met vriendelijke groet, Marie-José Sondeijker
Voor meer informatie kunt u contact opnemen via info@west-denhaag.nl of 070.3925359
Wannes Goetschalckx, Marius Lut & Matthijs Bosman
West met drie man sterk op Art Amsterdam (13 t/m 17 mei 2009) stand 132
(parallel tonen Goetschalckx, Lut en Bosman nieuw werk in de galerie)
Art Amsterdam viert dit jaar zijn 25-jarig jubileum en vroeg alle deelnemende galeries een solo-presentatie te verzorgen om zo de beursgangers een bijna museale ervaring mee te geven. West viert het feestje mee met een dubbelsolo: een nieuwe kunstbeurs-kritische performance-installatie van Wannes Goetschalckx, die met zijn videofilm ‘1 STORY’ op de internationale kunstbeurs, ROMA 09 - The Road to Contemporary Art, afgelopen maand furore maakte en de speciale Premio Giovani Collezionisti 2009 in ontvangst mocht nemen en het ongoing subtiele onderzoeksproject naar vorm en ruimtelijkheid in het ‘platte vlak’ van de jonge schilder Marius Lut. De derde kunstenaar, die vertegenwoordigd wordt door West, Matthijs Bosman, is door kunsttijdschrift Kunstbeeld gevraagd de beursstand van het tijdschrift in te richten.
Solo: Wannes Goetschalckx, Elckerlyc als hamster in een rad
Wannes Goetschalckx (1978) combineert een vorm van letterlijk doortimmerde installatiekunst met zeer fysieke, intieme performances, die - aards en filosofisch tegelijk - de onvoorwaardelijke aandacht van de toeschouwer opeisen. De aanwezigheid van het (eigen) lichaam met zijn beperkingen en mogelijkheden in de wereld temidden van de rest van de ‘natuur’, wordt getoetst en getest met perfect uitgedokterde en uit- en ingebouwde speelruimte waarbinnen de kunstenaar een aan hem zelf opgelegde opdracht in al zijn finesses uitvoert met een bewust ragfijn onzichtbaar lijntje tussen het welslagen en falen van zijn eenmansmissie.
De titels van eerdere werken en projecten van Goetschalckx - 1 KIND, 1 STORY, 1 WAY - benadrukken het belang van de uniciteit van 1 ervaring, 1 onderzoek, 1 lichaam, en zoomen daarmee al kernachtig in op wat de kunstenaar in zijn performance-installaties beweegt. Goetschalckx is overigens niet een kunstenaar die het performance-medium misbruikt voor een semi-ultieme ego-trip of een shocktherapie voor hemzelf of het publiek; hij weet daarentegen juist de essentiële intieme betrokkenheid van de kunstenaar/ uitvoerder/performer naar een ander, filosofisch geaard niveau te verplaatsen zonder het bijzondere van de één-op-één, real-time gedeelde ervaring met het publiek te ontkrachten. Hij sluit de ruis van het dagelijks ego-bewustzijn bij hemzelf en het publiek buiten en boort schijnbaar intuïtief een emotionele oer-aansluiting aan tussen hem en de toeschouwer, die zich laat meevoeren in een Elkerlyc (everyman)-achtige queeste naar wie ben ik, en wat ben ik als mens in de wereld, en in relatie tot de ruimte en natuur om me heen èn waar ben ik op de grens aangeland van mijn eigen lichaamsruimte. Goetschalckx verzinnebeeldt in zijn projecten het individu en het fenomeen mens als species en meet hem de maat, licht-kritisch, nooit cynisch of gemakkelijk provocerend ook al zou zijn fakir-achtige présence met risicovolle en onvoorspelbare lichamelijke – don’t try this at home! – apekooicapriolen op papier wat anders doen vermoeden. Goetschalckx is als kunstenaar een poëet, in de originele klassiek-Griekse betekenis van ‘maker’; hij maakt ruimte in het lichaam en voor het lichaam en legt het praktiserend vast in een optreden. Hij is zeer geïnteresseerd in het theatrale aspect van zijn werk en doorbreekt in zijn performance-voorstellingen binnen het nauwkeurig bemeten decor met bijzondere, zelfgemaakte, doelmatige rekwisieten moeiteloos de vierde wand naar het publiek. Hij maakt in de adembenemende, poëtische krachtmetingen van zijn optredens, de tijdelijke en absolute bewegingsruimte, die hij zoekt, tastbaar en toont het kwetsbare evenwicht van de eigen toegemeten of opgelegde ruimte in relatie tot de ander en het andere dat zich om hem heen sluit als een net ruim genoeg of vaak bijna te nauw kleed.
De mens bepaalt maar al te vaak de ruimte in de wereld voor zijn soortgenoten, maar vooral ook voor andere species zonder zich van enige aanmatigende hoogmoed bewust te (willen) zijn. Goetschalckx is steeds op zoek naar hoeveel ruimte de mens eigenlijk wel niet opeist èn nog aankan. Hoeveel ruimte wil ik als mens, hoeveel ruimte heb ik nodig, en met hoeveel vernuft en aanpassingsvermogen kan het lichaam de ruimte bezweren die te klein lijkt of zich wellicht pas als habitat aan je overgeeft na het afwerken van een door jezelf opgelegd fysiek slopend parcours.
Op Art Amsterdam is de wereld even niet groter dan de kunstwereld en Goetschalckx zoekt ook hier naar een geheel eigen bijna droog-komisch commentaar op cultuur versus natuur; de kunsthandel en zijn waren, de markt en de kunstenaars. Want is de kunstenaar een lastige of onschuldige luis in de pels of het goed afgerichte huisdier dat zijn kunstje doet om het baasje te vermaken, te amuseren? Goetschalckx klimt in de rol van een hamster in zijn rad van avontuur en maakt met extreem fysieke bewegings-beperking het dilemma voor kunstenaar en publiek pijnlijk tastbaar. Bepaalt de maatschappij het keurslijf of meet je jezelf zonder tegenstribbelen een keurslijf aan. Goetschalckx maakt het zichzelf opnieuw niet gemakkelijk door zich te bevrijden van het voorge-schreven kunstbeurs-keurslijf en op zijn eigen voorwaarden een geheel nieuw keurslijf te maken en deze voorbeeldig voor ons, het publiek, uit te testen.
Solo: Marius Lut, minimale verschuivingen maximale intensiteit
Marius Lut (1976), nog tot eind van het jaar resident aan de Rijksakademie van beeldende kunsten Amsterdam, stelt stelselmatig kijkmechanismen op de proef in zijn intense onderzoek naar de mogelijkheden van instabiliteit, imperfecties, subtiele ingrepen en beperkingen in geometrische wetmatigheden en tastbare ruimtelijkheid van het platte vlak. Streng in zijn trouw aan het dwingende weerbarstige kader van het platte vlak dwingt Lut zichzelf mogelijk nog braak liggende of terloops aangesneden niches - ook na de vele explosieve experimenten en kunststromingen uit het recente verleden - tevoorschijn te toveren. De gedreven en scherpzinnige kunstenaar laat zich inspireren door niet aflatende vragen en hypotheses over de reikwijdte en grenzen van zintuiglijke perceptiekaders voor vorm en bewuste & onbewuste ruimtebeleving van schilderkunst. Lut verkent de ervaring van ruimtelijke interventies tussen kijker en het doek altijd weer vanuit de premissen van het platte vlak en probeert het beperkende maar ook uitgebreide en dwingende perceptiekader op te rekken en te intensiveren. Zijn werk weerspiegelt een continu visueel voortschrijdend denkproces over de betekenis van vorm, tactiliteit (huid), ruimtelijkheid en kleur (lichtkadrering) om het opnieuw kijken, zien, waarnemen, analyseren en interpreteren bij de kijker èn zichzelf af te dwingen. Lut zoekt naar de pure essentie en de maximale impact van minieme verschuivingen in de speelruimte van het platte vlak en de omgevingsruimte. Kleur heeft vooral een vormafbakenende rol in het werk, en wordt dan ook ingezet ter versterking van een statement of voorstel over de ruimtelijke hypothese oftewel de voorgestelde tijdelijke stand van zaken van het onderzoek in het ‘schilderij’. De menselijke maat dient als vertrekpunt voor het spelen met afmetingen en het ontregelen van het ruimtelijke kijk-proces. Ook de vorm speelt met wat bekend lijkt - een universeel signaal, logo of symbool - maar toch geen eenduidige duidelijkheid verschaft over de precieze herkomst of betekenis. De vaak bewust aanwezige contrasterende restvorm van het doek is een belangrijk vorm-element en aanjager voor het seriële werkproces; uit de restvormen ontstaan weer nieuwe vormen en beeldvoorstellen mede gestuurd door specifieke en beperkende eigenschappen van het gebruikte materiaal (kleurgebonden tape, zacht pvc, verf) of de verschillende dragers: canvas, paneel, lijst zonder doek. Lut maakt, met zijn weldoordachte variaties op ingesleten kijkpatronen en kijksjablonen van het platte vlak, door toegevoegde minieme imperfecties en visueel instabiele verschuivingen, seriële, lichtjes ontregelende denkramen voor meditatie en contemplatie over vormentaal en ruimtelijkheid.
Coverstory: Matthijs Bosman
De opdracht van Kunstbeeld om hun beursstand voor Art Amsterdam te maken, inspireerde Matthijs Bosman (1976) tot het kunstproject, Coverstory. Een kolfje naar zijn hand, want Bosman kan in de mogelijkheden die dit podium hem biedt veel van zijn literaire (media)fascinaties en narratieve aspiraties als conceptueel kunstenaar concreet maken in een gelaagd ironisch media-project. Bosman experimenteerde zeer recent al uitgebreid met het fenomeen multi-disciplinaire Onemanshow in het project Circus Parspro-toto in het Stedelijk Museum ’s-Hertogenbosch, waar hij ‘dompteur’ werd van verhalen. In Coverstory zet Bosman deze lijn van auteur/actor in eigen voorstelling voort door vanuit hetzelfde leidende uitgangspunt het publiek te confronteren met het kijken naar kunst en de betekenis ervan maar vooral ook de (al dan niet dominante en manipulatieve) rol van de kunstenaar, die zich bij Bosman opstelt afwisselend als amuserend verteller, kunstenmaker, maar ook als kunstfilosoof en ‘gedachtenverschaffer’, te onderzoeken. Op Art Amsterdam wordt zijn podium een grootsteedse Kunstbeeld infokiosk, waarin de promotie van het blad plaatsvindt.
De kiosk bootst een straatlocatie na met straattegels en een Kunstbeeldreclame-zuil van 3 meter hoog. Bosman manipuleert ook de tijdschriften en kranten in de kiosk, inbrekend met een foto of citaat van of over zichzelf, zich zo van over-the-top media-aandacht voorziend als een nieuwe Nederlandse Warhol, aanwezig op Frieze, PM, Elegance, Le Monde, Time Magazine, en wat al niet meer. Voor de fake-covers bedient Bosman zich van de typische paparazzi-stijl om tekst en beeld te manipuleren en naar zijn hand te zetten. Kunstmedia, tijdschrift als kunstwerk, kunstproject, kunst-opdracht en kunstenaar vloeien volledig in elkaar over.
De covers vormen tezamen één verhaal; of van een megalomane persoonlijkheid in ons mediageile tijdperk of juist van een kwetsbare verteller, die zijn eigen rol als kunstenaar onder de loep neemt en op de hak neemt. Bosman confronteert zichzelf en het publiek met een ongemakkelijk gevoel (spiegel-effect) van plaatsvervangende schaamte, kunstpolitieke correctheid of met een licht-agressieve weerstand tegen zoveel persoonlijke over-exposure. Coverstory is een interessante voortzetting van de cross-over aanpak van disciplines die Bosman in al zijn werk nastreeft; sculptuur, conceptuele installaties en projecten, architectuur, media & reclame, lectuur & literatuur worden op gelijke voet met elkaar vermengd of uitvergroot al naar gelang het project voorhanden daar om vraagt. Bosman verkent in zijn werk zijn grenzen als kunstenaar & privé-persoon en van de disciplines die hij daarbij betrekt. Met als voorlopig hoogtepunt; Coverstory Bosman op Art Amsterdam Mis Het Niet!
Met vriendelijke groet, Marie-José Sondeijker
Voor meer informatie kunt u contact opnemen via info@west-denhaag.nl of 070.3925359